Oudheid

In de Westerse geschiedschrijving begint de oudheid omstreeks het jaar 3.000 voor Christus met de uitvinding van het schrift in Egypte en Mesopotamië. Omdat het alfabet zich echter maar zeer langzaam over het continent verspreidde, wordt dit tijdvak in veel landen ook nog beschouwd als onderdeel van de prehistoristorische Bronstijd (3.200 tot 800 voor Christus) en IJzertijd (800 tot 12 voor Christus).
Voor een verder onderscheid is de oudheid daarom verder onderverdeeld in drie afzonderlijke perioden:

  • Midden en Late Bronstijd (2.500 tot 1.200 v.C.)
  • Vroege IJzertijd (1.200 tot 800 v.C.)
  • Klassieke Oudheid (800 v.C. tot 476 na Christus).

De periode laat zich kenmerken door de opkomst van een aantal grote rijken en beschavingen, waaronder het Oude Egypte, het Hellenistische rijk van Alexander de Grote en het Romeinse Rijk. De plundering van Rome en de val van het West-Romeinse Rijk in 476 na Christus worden over het algemeen beschouwd als het einde van de oudheid.

Bij de ruïnes van Olympia, Griekenland, is een 3.000 jaar oud bronzen beeldje van een stier gevonden.
Voor het eerst in 60 jaar zijn in Israël tijdens archeologisch onderzoek nieuwe bijbelfragmenten gevonden. De tientallen fragmenten zijn ongeveer 1.900 jaar oud en geschreven in het Grieks.
Wetenschappers hebben een digitale reconstructie weten te maken van het Mechanisme van Antikythera, een oud-Grieks mechanisme uit de eerste of tweede eeuw voor Christus waarmee astronomische voorspellingen gedaan konden worden.
De Kelten waren meerdere volken en stammen die Keltische talen spraken, zoals de Galliërs, de Ieren en de Britten. Wie waren de Kelten?
​​​​​​​In India zijn resten van een Boeddhistenklooster uit de tiende eeuw gevonden. Bij de opgravingen stuitten de archeologen onder meer op elf standbeelden.
In het Zweedse Aska zijn meer dan twintig in bladgoud gegraveerde figuurtjes van ongeveer 1.300 jaar oud gevonden. Op alle fragmenten staan figuren die elkaar omarmen.
In de oud-Egyptische havenstad Berenice in het zuiden van Egypte, zijn archeozoöloog Marta Osypinska en haar collega’s gestuit op een 1.800 jaar oude ‘huisdierenbegraafplaats’.
De Azteekse cultuur had in de 15e en 16e eeuw het grootste rijk in Midden- en Zuid-Mexico. Wie waren de Azteken?
Onderzoekers hebben nieuwe details blootgelegd van Etruskische muurschilderingen. Door middel van illuminatie-technologie zijn de originele kleuren en details van de schilderingen weer zichtbaar geworden.
Archeologen hebben een Romeinse triomfwagen gevonden tijdens opgravingen bij Pompeï.
Bij opgravingen van een Slavische nederzetting in Lány-Břeclav (Tsjechië) is een deel van een koeienrib uit de 6de eeuw gevonden. Het runenschrift is het oudste voorbeeld van het gebruik van schrift onder de Slavische bevolking.
Hoe was het leven in het Inca-rijk? En waaraan is dit machtige imperium ten onder gegaan?