Archeologie Magazine 3 van 2024
Wil je niks missen en altijd weten wat er speelt in de wereld van de archeologie? Neem dan snel een abonnement!
IK GEEF ARCHEOLOGIE MAGAZINE CADEAU
De prehistorische vuursteenmijn in Rijckholt
Verborgen in het Savelsbos liggen unieke prehistorische vuursteenmijnen. Zo’n 6.000 jaar geleden groeven mensen hier naar vuursteen om er vervolgens gebruiksvoorwerpen en pijlpunten van te maken. De vuursteen uit Rijckholt werd tussen ongeveer 4.600 en 2.000 v.Chr. gewonnen, aanvankelijk uit hellingen, maar omstreeks 4.000 v.Chr. waren deze uitgeput en gingen de mensen over tot het graven van ondergrondse mijnen met schachten. In 1881 werden er aan de rand van het Savelsbos voor het eerst vuursteenmijnen door een archeoloog ontdekt en daarop volgden in de negentiende- en twintigste eeuw meer archeologische onderzoeken. Recent nog vond onderzoek plaats bij restauratie- en renovatiewerk aan gangen en schachten. Om meer te weten te komen over dit fascinerende prehistorische fenomeen gingen we langs bij een van de bij het onderzoek betrokken experts.
Fundamenten van het archeologisch museum Pointe-à-Callière liggen op oude overblijfselen, waaronder de eerste katholieke begraafplaats waar Franse kolonisten en oorspronkelijke inwoners naast elkaar lagen.
Archeologie Magazine.
Montréal (Canada): van Franse kolonie naar wereldstad
Montréal bestaat inmiddels al meer dan 380 jaar. Het kleine koloniale stadje van weleer groeide uit tot de grootste stad van de provincie Québec en is na Toronto de grootste stad van Canada. Montréal speelde een belangrijke rol in de politieke geschiedenis van het land. De groeiende interesse voor de oorsprong van de stad leidde tot de bouw van het archeologisch museum Pointe-à-Callière. Dat dankt zijn bestaan aan belangrijke archeologische ontdekkingen in de jaren tachtig. Het ligt precies op de plek waar al meer dan duizend jaar mensen woonden en waar de eerste Franse kolonisten in 1642 aan land kwamen. Fundamenten van het gebouw liggen op oude overblijfselen, waaronder de eerste katholieke begraafplaats waar 38 Franse kolonisten en oorspronkelijke inwoners naast elkaar lagen.
Op de Sint-Jansberg bij Plasmolen, in ‘een sprookjesachtig bos’, wandel je in een prachtig natuurgebied, maar ‘waar de oorlog aan alle kanten doorheen steekt’
Archeologie Magazine.
Oorlogssporen op de Sint-Jansberg bij Plasmolen
Op de Sint-Jansberg bij Plasmolen, in een sprookjesachtig bos, wandel je in een prachtig natuurgebied, maar waar de oorlog aan alle kanten doorheen steekt. Het dorp Plasmolen in het uiterste noorden van de provincie Limburg, is gelegen op de oostoever van de Maas op ruim twee kilometer van de Duitse grens. Op een klein plateau markeert een stalen constructie de contouren van een in 1931 opgegraven Romeinse villa. Maar de Romeinen waren hier niet de eerste bewoners: vlakbij ligt een prehistorische grafheuvel. Echter: met een gat erin, een schuttersput. Oorlogssporen die je hier overal in de bossen ziet. Archeoloog Ruurd Kok wandelde in het gebied met drie auteurs van een onlangs verschenen publicatie over archeologisch onderzoek naar oorlogssporen.
De romantiek en de Reformatie kwamen samen, toen Byron na het bezoek zijn aan Chateau Chillon gedicht 'The Prisoner of Chillon' schreef
Archeologie Magazine.
Het kasteel van Chillon door de ogen van een romantisch dichter en een reformator
De Engelse dichters Lord Byron, zijn vriend Percy Bysshe Shelley en diens toekomstige bruid Mary Shelley, bezeilden op 22 juni 1816 het Meer van Genève en gingen aan land om het toen al drukbezochte kasteel van Chillon te bezoeken. Ook nu nog is het bouwwerk een van de best bewaarde middeleeuwse Europese kastelen. De romantiek en de Reformatie kwamen samen, toen Byron na het bezoek zijn gedicht The Prisoner of Chillon schreef, over de Geneefse historicus en strijder François Bonivard, die hier van 1530-1536 gevangen zat. De huidige bezoeker wordt uitgebreid met dit fameuze bezoek geconfronteerd, hoewel het maar één van de vele tinten is op het rijke palet van Chillon.
Bijna 75 jaar na de opgravingen kan de topselectie nu weer even (tot 1 december 2024) 'thuis' worden bewonderd in een tentoonstelling in het Stadsmuseum Rhenen
Archeologie Magazine.
Frankische schatten weer even thuis
Eind 1950, middenin de Wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog, wordt gewerkt aan de Utrechtsestraatweg in Rhenen. De dragline van de lokale wegenbouwer stuit op bijzondere potten. Ze blijken meegegeven in graven die dateren uit de vroege middeleeuwen. Een bijzondere vindplaats staat op het punt ontdekt te worden. De archeologen legden daarop een enorm grafveld bloot uit de periode van 400 tot 800 na Christus. Ze brachten ruim 1.100 begravingen van mannen, vrouwen en kinderen in kaart: het grootste grafveld van Nederland uit deze periode. In bijna alle graven zijn objecten meegegeven aan de doden, voor in het hiernamaals of op de weg daar naartoe. Niet zomaar spullen, maar schitterende sieraden van goud en exotische halfedelstenen, kleurrijke kralensnoeren, talloze potten en krachtige wapens gewikkeld in doeken. De in totaal ruim 3.000 grafgiften werden ondergebracht in de nationale collectie van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Bijna 75 jaar na de opgravingen kan de topselectie nu weer even (tot 1 december 2024) 'thuis' worden bewonderd in een tentoonstelling in het Stadsmuseum Rhenen.
Wil je niks missen en altijd weten wat er speelt in de wereld van de archeologie? Neem dan snel een abonnement!
