De zes runen, gekerfd in een koeienrib.
Jiří Macháček
1.400 jaar oude rib met oudste Slavische schrift gevonden
Bij opgravingen van een Slavische nederzetting in Lány-Břeclav (Tsjechië) is een deel van een koeienrib uit de 6de eeuw gevonden. Daarop staan inscripties van Germaanse runen, maar uit onderzoek blijkt dat het door de Vroege-Slaven is gemaakt. Het runenschrift is hiermee het oudste voorbeeld van het gebruik van schrift onder de Slavische bevolking. En alsof dat nog niet spectaculair genoeg is, werpt de vondst ook nog nieuw licht op het contact tussen de verschillende Europese culturen.
Vroege-Slaven
Het ribstukje werd gevonden in een Slavische nederzetting, tussen andere dierlijke resten en scherven aardewerk van de Vroege-Slaven (ca. 1.500 v.Chr.-600 n.Chr.). Deze volken hielden zich oorspronkelijk op in het huidige Wit-Rusland en Oekraïne, maar trokken aan het eind van de Grote Volksverhuizing (4e-6e eeuw) verder westwaarts. De Vroege-Slaven bereikten Tsjechië net nadat de Germaanse stammen er in 568 wegtrokken. De beschreven koeienrib dateert uit de tijd na de Grote Volksverhuizing en is gemaakt in deze Slavische nederzetting. Het is het eerste voorbeeld van runen die buiten de Germaanse context zijn ontdekt.
Slaven en Germanen
Hoewel er dus Germaanse runen op het bot staan, denken de onderzoekers toch dat het hier om Slavisch schrift gaat. Ze achten het namelijk onwaarschijnlijk dat de rib door Germaanse handelaren is meegebracht. Want het culturele belang van de runen was voor de Germanen wel groot, maar voor de Slaven niet. Hierdoor zou de plaatselijke bevolking weinig interesse in dit bot hebben gehad. Een mogelijke theorie is dat de runen zijn ingekerfd door iemand van Germaanse afkomst, die in het gebied achter bleef na het vertrek van de Germanen. De onderzoekers achten dit echter niet erg waarschijnlijk, aangezien er nauwelijks bewijs is voor Germaanse aanwezigheid in deze periode.
Archeologie Online is van de makers van Archeologie Magazine, meer weten over dit prachtige magazine? Klik hier!
Een andere theorie is dat het bot is ingekerfd door de Vroege-Slaven. Hier is meer bewijs voor. Niet alleen werd de rib gevonden in een Slavische nederzetting, maar hij lag ook tussen scherven van Slavisch aardewerk. Daarbovenop dateert het bot uit de periode waarin de Germaanse stammen al waren weggetrokken uit het gebied. Maar in deze regio volgden de Slavische en de Germaanse aanwezigheid elkaar relatief snel op. Volgens de onderzoekers is het daarom mogelijk dat de twee culturen er een tijdje naast elkaar hebben geleefd. Wellicht namen de Slaven het runenschrift in deze periode over van de Germanen.
Inscripties
Op het ribstukje staan alleen de laatste zes runen uit het Germaanse alfabet; de t (ᛏ), b (ᛒ), e (ᛖ), m (ᛗ), d (ᛞ) en o (ᛟ). Waarschijnlijk stond de rest van het alfabet op het missende deel van de rib. De onderzoekers vermoeden dat het een leshulpmiddel was. Uit de inscripties blijkt verder dat de graveerder niet erg ervaren was. De verhoudingen verschillen namelijk erg en sommige strepen zijn meerdere keren opnieuw geprobeerd.
Oud-Futhark
De rib is ouder dan het Glagolitisch schrift uit het Thessaloniki van de 9e eeuw. Voorheen was dat het oudst bekende Slavische schrift. Taalexperts herleiden de runen naar het Oud-Futhark, een schrift vernoemd naar de eerste letters uit het alfabet. Het Oud-Futhark werd gebruikt door Germaanse stammen in Midden-Europa (2e-7e eeuw).
Contact
De vondst werpt bovendien nieuw licht over de verhoudingen tussen Europese volken in de 6e eeuw. Historici dachten voorheen dat er een scherpe tweedeling was tussen de Slavische en Germaanse culturen in Europa. Maar doordat deze rib met Germaanse runen werd gevonden in een Slavische nederzetting is dit het eerste bewijs dat er toch direct contact was. In hoeverre er interactie was tussen de culturen is echter nog niet duidelijk.
Bronnen: Science Direct, Heritage Daily
Archeologie Online is van de makers van Archeologie Magazine, meer weten over dit prachtige magazine? Klik hier!