IJzertijd

IJZERTIJD (800 TOT 12 VOOR CHRISTUS)

De IJzertijd is de periode waarin mensen overgingen op het gebruik van ijzer bij het vervaardigen van gereedschap, wapens, et cetera. Omdat de invoering van het gebruik van ijzer per gebied verschilt, is het onmogelijk om precies te zeggen wanneer de IJzertijd begint. Volgens sommige historici loopt de periode vrijwel parallel aan de Oudheid, ook wel de Klassieke Oudheid genaamd, een tijdperk dat rond 750 voor Christus begon. Deze overgangsperiode wordt ook wel aangeduid met ‘proto-historie’.

Hoewel ijzer al eerder bekend was en in sommige gevallen ook al gebruikt werd, beleefde de ontwikkeling van het ijzersmelten pas circa 800 voor Christus een bloei in Europa en Nederland. IJzer was in elk opzicht superieur aan brons. Bovendien was er veel meer ijzererts dan tin- en kopererts beschikbaar en was ijzererts gemakkelijker in te winnen. Brons werd langzamerhand overbodig, het werd in deze periode voornamelijk gebruikt voor sieraden en siervoorwerpen.

In deze periode kwamen ook veel culturele, religieuze en landbouwkundige ontwikkelingen tot stand, waaronder de vervolmaking van het schrift door de Grieken en Romeinen.

Afgelopen juni  vonden twee vrienden met een metaaldetector 3.874 Romeinse munten in het Engelse Worcestershire. Zij laten zich voor de eerste keer uit over deze grootste goudvondst in Engeland. Ze vonden de munten bij toeval nadat ze 34 jaar lang naar voorwerpen zochten met een detector.
Bij archeologische opgravingen langs de Eikevelden in Sint-Dimpna, een klein dorp in de Belgische gemeente Geel, zijn sporen uit de ijzertijd gevonden die erop wijzen dat het gebied indertijd al werd bewoond. Ook vonden de archeologen een vroegmiddeleeuwse site.
De archeologische resten die op de Paardenmarkt in Alkmaar zijn gevonden, zullen in de nieuwe bestrating worden weergegeven. Een deel van de begraafplaats met daarin de contouren van twintig graven worden in die bestrating zichtbaar.
In Helmond zijn sporen ontdekt van 12 grote gebouwen, 35 bijgebouwen en ongeveer 50 graanschuren. Volgens archeologen zijn dit overblijfselen van één van de grootste nederzettingen uit de IJzertijd in Zuid-Nederland.
Archeologen hebben afgelopen week in Oost-Vlaanderen een reeks belangrijke vondsten gedaan.  De onderzoekers kwamen in de grond onder het Belgische plaatsje Kluisbergen duidelijke sporen uit de  bronstijd en de ijzertijd tegen. Daarnaast hebben de archeologen inmiddels ook resten uit het Romeinse tijdperk ontdekt.
De afgelopen weken hebben archeologen veel voorwerpen opgegraven in Maassluis, waaronder talloze scherven aardewerk. Deze stammen uit ca. 400 tot 100 voor Christus. Onbekend is hoe die voorwerpen hier terecht zijn gekomen daar er geen sporen van een nederzetting zijn gevonden.
Archeologen tasten in het donker na een poging te ontdekken waarom een 2.000 jaar oude toren, genaamd een broch, in de noordwestelijke Hooglanden tot ruïne is vergaan. De stenen waaruit het gebouwd was wogen elk tot 100 kilogram.
Archeologen hebben nabij de Engelse stad Reading opgravingen verricht onder het oude Romeinse dorp Silchester. Ze geloven daar het eerste geplande dorp te hebben gevonden, nog voor de Romeinen het land binnenvielen.
Archeologen in Saksen-Anhalt, een deelstaat in Duitsland, hebben na twee jaar werk een 2.600 jaar oude muur in elkaar gezet, waarna ze erachter kwamen dat die geverfd was in felle kleuren en patronen. De muur zou aantonen dat huizen uit de IJzertijd niet de saaie constructies waren zoals altijd gedacht werd.
In Turkije zijn de overblijfselen opgegraven van een monumentaal poortcomplex, versierd met stenen beeldhouwwerken waaronder een volledig intacte, uitgehouwen leeuw. Het archeologische team dat de opgraving deed, beweert dat deze vondst nieuwe inzichten biedt in culturele aspecten van staten uit de IJzertijd.
Een eeuwenoude vesting uit de IJzertijd nabij het Engelse dorp Pinhoe is door archeologen aan het licht gebracht. Ze werkten aan een archeologische evaluatie voor een nieuw pijpsysteem van South West Water, een water en riool voorzieningsbedrijf, toen ze plots de vondst deden.
Een team van archeologen heeft in Gohar Tappeh, noord-Iran, de oudste overblijfselen van het Kaspische Paard gevonden. Dat is de oudste paardensoort ter wereld. De directeur van het archeologenteam, Ali Mahforuzi, kon het Kaspische Paard  identificeren door zijn vorm en grootte. Het paard is een stuk kleiner dan andere paarden en is minder robuust gebouwd. Ook heeft het grote ogen, kleine oren en smalle spieren. Het is bijzonder snel en sterk. In het oude Iran werden de paarden gebruikt voor renwedstrijden en oorlogsvoering.