Oudheid

In de Westerse geschiedschrijving begint de oudheid omstreeks het jaar 3.000 voor Christus met de uitvinding van het schrift in Egypte en Mesopotamië. Omdat het alfabet zich echter maar zeer langzaam over het continent verspreidde, wordt dit tijdvak in veel landen ook nog beschouwd als onderdeel van de prehistoristorische Bronstijd (3.200 tot 800 voor Christus) en IJzertijd (800 tot 12 voor Christus).
Voor een verder onderscheid is de oudheid daarom verder onderverdeeld in drie afzonderlijke perioden:

  • Midden en Late Bronstijd (2.500 tot 1.200 v.C.)
  • Vroege IJzertijd (1.200 tot 800 v.C.)
  • Klassieke Oudheid (800 v.C. tot 476 na Christus).

De periode laat zich kenmerken door de opkomst van een aantal grote rijken en beschavingen, waaronder het Oude Egypte, het Hellenistische rijk van Alexander de Grote en het Romeinse Rijk. De plundering van Rome en de val van het West-Romeinse Rijk in 476 na Christus worden over het algemeen beschouwd als het einde van de oudheid.

Amateurarcheoloog Julian Vendelmans vond in 2015 een bijzonder beeldje terwijl hij de grond tussen de dorpen Kessel en Lith met zijn metaaldetector afspeurde naar bijzonderheden. Het beeldje is vier centimeter hoog, maar kan nog door geen enkele expert worden geïdentificeerd.
Op 17 mei was het 115 jaar geleden dat duikers het mechanisme van Antikythera vonden. Google wijdde zijn Doodle afbeelding gisteren aan de vondst uit 1901. Het tandwielmechanisme werd gevonden in een wrak bij het Griekse eiland Antikythera door Griekse duikers. Het kreeg al snel de bijnaam ‘oudste analoge computer’ maar onderzoekers weten nog steeds niet zeker waar het mechanisme voor diende.
De Leidse professor Olaf Kaper denkt te weten hoe een 50.000 man groot Perzisch leger van koning Cambyses rond 524 voor Christus in de Egyptische woestijn kon verdwijnen. Dit mysterie beschreef Herodotus  in zijn De Historiën. Al sinds de negentiende eeuw zoeken archeologen naar dit fabelachtige leger.
Een team Egyptische archeologen heeft 100 kilometer ten zuiden van Caïro een ondergrondse tombe ontdekt. In de tombe zijn op zijn minst 17 intacte mummies gevonden. Deze vondst is baanbrekend omdat dit de eerste keer is dat er menselijke resten zijn ontdekt in dit gebied.
In 1821 ontdekte de Fransman Frédéric Cailliaud tijdens het onderzoeken van mineralen in het huidige Soedan de ruïnes van de stad Meroë. De eerste archeologische 'werkzaamheden' werden gedaan door de Italiaan Giuseppe Ferlini. Op deze locatie alleen staan vandaag de dag nog zo'n 200 piramides.
Gesticht door Alexander de Grote, een mix tussen Egyptisch en Hellenistisch. Een stad vol van eigenaardige gebouwen en zalen vol met papyrusrollen waar mannen vanuit de hele wereld naar toe kwamen om te kunnen studeren. Waar de overblijfselen van deze pracht en praal zijn gebleven, is een raadsel.
Op 17 juni 1910 vond de Brabantse turfsteker Gebbel Smolenaars wel iets heel eigenaardigs. Hij stak die middag geen turf, maar een zilveren vergulden helm. Niet wetend wat hij gevonden had poetste hij zijn schat op en stelde hem thuis ten toon aan zijn dorpsgenoten. Toen de helm door het Rijksmuseum voor Oudheden voor 1200 gulden werd gekocht bleek echter dat het om een zeer bijzonder object ging.
Archeologen van het Turkse ministerie van cultuur en toerisme en de universiteit van Dicle hebben bij het Zerzevan kasteel in het zuidoosten van Turkije een ondergrondse Mithrastempel gevonden. Hiermee is dit de enige van zijn soort aan de oostgrens van het Romeinse rijk.
Na 72 jaar keert een zeldzaam kalkstenen reliëf terug naar het Egyptisch Museum in Berlijn, nadat een archeologisch museum in Michigan (VS) toestemming gaf voor de teruggave. Het reliëf werd tijdens de Tweede Wereldoorlog meegenomen door de Nederlands-Amerikaanse natuurkundige Samuel Goudsmit.
Na 72 jaar keert een zeldzaam kalkstenen reliëf terug naar het Egyptisch Museum in Berlijn, nadat een archeologisch museum in Michigan (VS) toestemming gaf voor de teruggave. Het reliëf werd tijdens de Tweede Wereldoorlog meegenomen door de Nederlands-Amerikaanse natuurkundige Samuel Goudsmit.
Tijdens graafwerkzaamheden aan de lijn C van de metro in Rome is een 2300 jaar oud aquaduct ontdekt, de Aqua Appia. Dat is deze week bekend gemaakt door de Italiaanse autoriteiten. Het ondergrondse aquaduct werd gevonden op zeventien meter diepte en is 35 meter lang. Het zou gaan om een van de oudste aquaducten van Rome.
Het team van het Rijksmuseum van Oudheden heeft in 2017 twee kleine grafkappellen gevonden bij het dorp Sakkara in Egypte. Samen met Italiaanse collega’s hebben de Nederlandse archeologen een nieuw gedeelte opgraven in het veld. Onder verschillende zandlagen vonden ze de grafkapellen. Sakkara is al sinds 1975 een opgravingsproject van het Rijksmuseum voor Oudheden.