Oudheid

In de Westerse geschiedschrijving begint de oudheid omstreeks het jaar 3.000 voor Christus met de uitvinding van het schrift in Egypte en Mesopotamië. Omdat het alfabet zich echter maar zeer langzaam over het continent verspreidde, wordt dit tijdvak in veel landen ook nog beschouwd als onderdeel van de prehistoristorische Bronstijd (3.200 tot 800 voor Christus) en IJzertijd (800 tot 12 voor Christus).
Voor een verder onderscheid is de oudheid daarom verder onderverdeeld in drie afzonderlijke perioden:

  • Midden en Late Bronstijd (2.500 tot 1.200 v.C.)
  • Vroege IJzertijd (1.200 tot 800 v.C.)
  • Klassieke Oudheid (800 v.C. tot 476 na Christus).

De periode laat zich kenmerken door de opkomst van een aantal grote rijken en beschavingen, waaronder het Oude Egypte, het Hellenistische rijk van Alexander de Grote en het Romeinse Rijk. De plundering van Rome en de val van het West-Romeinse Rijk in 476 na Christus worden over het algemeen beschouwd als het einde van de oudheid.

Al decennialang zijn de Hangende Tuinen van Babylon onderwerp van discussie. Doordat archeologen in Babylon nog steeds geen enkele archeologische resten van het immense bouwwerk hebben kunnen vinden betwijfelen sommiggen of het wel echt heeft bestaan.
Iedereen kent het gouden masker van Toetanchamon en iedereen kent de Grote Piramide van Cheops. Het zijn stuk voor stuk iconen, maar wat veel mensen niet weten is dat het Egypte van de farao's nog eindeloos veel meer heeft te bieden. Zoals, bijvoorbeeld, de bijzondere ontdekking van een graf vol farao's.
In Lienden hebben archeologen van de Vrije Universiteit Amsterdam en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed een goudschat uit de vijfde eeuw opgegraven. De wetenschappers spreken van een unieke vondst en noemen het een sleutelstuk voor de kennis over de eindfase van het Romeinse gezag in Nederland.
Oude Egyptenaren blijken verwant te zijn aan volkeren uit Zuidwest-Azië. Dit zijn wetenschappers te weten gekomen door het DNA van Egyptische mummies te onderzoeken. Wetenschappers haalden het DNA uit botten en tanden van Egyptische mummies. Lang dachten onderzoekers dat het onmogelijk was om betrouwbaar DNA van Egyptische mummies te verkrijgen.  
In de stad Chichester, in het zuiden van Engeland, hebben archeologen resten gevonden van een Romeins badhuis. De ruïne werd met behulp van een grondradar ontdekt in een park in Chichester. Bij de opgraving kwamen de onderzoekers ook restanten tegen van twee herenhuizen. Het badhuis hoort waarschijnlijk bij een van deze huizen.
Het komt niet vaak voor dat er in Nederland een nog onbekend Romeins badhuis wordt blootgelegd, maar Nederland kent een aantal zeer bijzondere overblijfselen van badhuizen. Hieronder een lijstje van vier zeer bijzondere Romeinse badhuizen in Nederland.
Overal ter wereld kun je ze terugvinden, steencirkels. De bekendste in Groot-Brittannië en Frankrijk, maar ook in Afrika en Australië zijn deze onverklaarbare steenformaties te vinden. Wie was er ooit in staat om deze reusachtige stenen te vervoeren en te positioneren en vooral waarom?
In 1594 waren arbeiders bezig om een tunnel te graven in het gebied dat we nu als Pompeii kennen. Tijdens hun werkzaamheden stuitten ze echter op een steen met de tekst 'Decurio Pompeiis'. Deze arbeiders wisten toen nog niet wat voor een schat ze hadden ontdekt.
Ondanks dat veel tombes van grote Egyptische farao’s al zijn gevonden, worden in Egypte nog elke dag nieuwe ontdekkingen gedaan. Zo werd vorige maand een groot beeld van een farao gevonden en ontdekten archeologen een tombe met 17 mummies. Hieronder een lijst met vijf grote vondsten uit het oude Egypte vanaf 2014.
Archeologen hebben in Egypte 56 vazen gevonden met materialen om overledenen te mummificeren. De vazen werden al eens gevonden in 1921 in de tombe van Ipi, de hoogste ambtenaar onder farao Amenemhat (1991-1962 v.Chr.). De vazen waren daarna echter in de  vergetelheid geraakt. Een team van Spaanse en Egyptische archeologen heeft de vazen nu opnieuw ontdekt.
Amateurarcheoloog Julian Vendelmans vond in 2015 een bijzonder beeldje terwijl hij de grond tussen de dorpen Kessel en Lith met zijn metaaldetector afspeurde naar bijzonderheden. Het beeldje is vier centimeter hoog, maar kan nog door geen enkele expert worden geïdentificeerd.
Amateurarcheoloog Julian Vendelmans vond in 2015 een bijzonder beeldje terwijl hij de grond tussen de dorpen Kessel en Lith met zijn metaaldetector afspeurde naar bijzonderheden. Het beeldje is vier centimeter hoog, maar kan nog door geen enkele expert worden geïdentificeerd.