Archeologen ontdekken verdwenen Joodse nederzetting bij Beit-El
Archeologen van de Israëli Civil administration deden een paar weken geleden een bijzondere ontdekking vlakbij Beit-El in Israël. Ze vonden onder een oud militair terrein bij toeval een nog onbekende nederzetting van verschillende bewoners. Dit onthulde de Israëlische krant Yedioth Ahronoth op donderdag 28 september 2017.
De vondst werd gedaan op het terrein van een verlaten legerbasis, dat grenst aan de Israëlische nederzetting Beit-El, in de regio Judea en Samaria. Tijdens de opgraving troffen archeologen ook veel voorwerpen aan, zoals zegelringen, sleutels voor wooneenheden en gereedschappen die door joden werd gebruikt. Yevgeni Aharonovitch, archeoloog van The Civil Administration, noemde de ontdekking "verbazingwekkend."
Bewoond tijdens Perzische- en Hellenistische periode
De nederzetting dateert uit de Eerste Tempel periode, tussen circa 960 en 580 v.C. De nederzetting werd ook nog bewoond tijdens de Perzische periode omstreeks 500 v.C. Ook tijdens het Hellenistische tijdperk, waarin de nederzetting werd uitgebreid, woonden er mensen. De nederzetting bleef lange tijd in Joodse handen. Volgens de archeologen werd het gebied daarna onbewoond.
Joden maakten plaats voor Christenen
Tijdens de Byzantijnse periode, die omstreeks 400 n.C. voortkwam uit het Oost-Romeinse rijk, werd de plaats bewoond door Christenen. Er leefden toen waarschijnlijk monniken in de nederzetting. Archeologen vermoeden dat omdat de opgraving ook een kerk met een eetzaal blootlegde. Ook troffen de archeologen een goed bewaard badhuis aan. In de zevende eeuw vernietigden moslims de plaats en de christelijke inwoners werden verbannen.
Verwoest door aardbeving
In 748 n.C werden de restanten van de nederzetting wederom verwoest, dit keer door een zware aardbeving. Volgens Aharonovitch was dit de laatste keer dat het gebied te maken kreeg met verwoesting.
Afbeelding:
By Elmendorf, Dwight Lathrop [Public domain], via Wikimedia Commons