Oudheid

In de Westerse geschiedschrijving begint de oudheid omstreeks het jaar 3.000 voor Christus met de uitvinding van het schrift in Egypte en Mesopotamië. Omdat het alfabet zich echter maar zeer langzaam over het continent verspreidde, wordt dit tijdvak in veel landen ook nog beschouwd als onderdeel van de prehistoristorische Bronstijd (3.200 tot 800 voor Christus) en IJzertijd (800 tot 12 voor Christus).
Voor een verder onderscheid is de oudheid daarom verder onderverdeeld in drie afzonderlijke perioden:

  • Midden en Late Bronstijd (2.500 tot 1.200 v.C.)
  • Vroege IJzertijd (1.200 tot 800 v.C.)
  • Klassieke Oudheid (800 v.C. tot 476 na Christus).

De periode laat zich kenmerken door de opkomst van een aantal grote rijken en beschavingen, waaronder het Oude Egypte, het Hellenistische rijk van Alexander de Grote en het Romeinse Rijk. De plundering van Rome en de val van het West-Romeinse Rijk in 476 na Christus worden over het algemeen beschouwd als het einde van de oudheid.

De begraafplaatsen in de Romeinse plaats Pompeii werden vroeger ook gebruikt voor andere doeleinden. Zo blijkt dat de rustplaatsen van sommige overledenen eveneens dienst deden als stortplaats. “Voor de Romeinen waren de graftombes gewoon een onderdeel van het dagelijkse leven”, aldus archeologiestudente Allison Emmerson.
De Piramide van Cestius die midden in Rome staat wordt waarschijnlijk binnenkort gerestaureerd. De piramide werd in 12 voor Christus gebouwd als mausoleum voor een Romeinse magistraat. Tegenwoordig is het bouwwerk grauw van de uitlaatgassen en gedeeltelijk overgroeid door mossen en bosjes. 
In Londen heeft een amateurarcheoloog met behulp van een metaaldetector een Romeinse prostitutiemunt gevonden. Het bronzen stuk bevat onder andere een afbeelding van een man en een vrouw die de liefde bedrijven. Het is de eerste keer dat een dergelijke munt wordt aangetroffen in Groot-Brittannië.
Archeologen hebben voor de kust van het eiland Pantelleria nabij Sicilië bijna 3.500 bronzen munten opgedoken. Ze dateren waarschijnlijk uit 264 tot 241 voor Christus. In deze periode vochten de Romeinen in deze regio de Eerste Punische Oorlog uit met hun aartsvijand, het Noord-Afrikaanse Carthago.
Een Romeinse villa in het noorden van Spanje is beroofd van een deel van zijn mozaïeken vloer. Dieven zijn het huis binnengedrongen en hebben met een beitel delen van de vijfde eeuwse vloer losgehakt en meegenomen.
De Avenue of Sphinxes, een 2,7 kilometer lange rij van standbeelden van sfinxen in de Egyptische plaats Luxor, zal op 13 maart gedeeltelijk geopend worden voor het publiek na restauraties. Een stuk van 150 meter zal openbaar gemaakt worden, zodat restauratiewerkzaamheden aan de rest van de straat kunnen beginnen.
In Roemenië is een Romeinse stad opgegraven, geheel met een amfitheater, tempels, gladiatorenscholen en enorme versterkingen. De stad werd gevonden aan de voet van de bergketenvan Retezat in het zuiden van de regio Transsylvanië.
Onder de Oude Stad in Jeruzalem is een zeldzame zegelstempel gevonden die mogelijk zo’n tweeduizend jaar oud is. Waarschijnlijk werd de stempel gebruikt voor religieuze rituelen in de Joodse tempel. De opgraving werd gedaan nabij de Klaagmuur.
Langs de Kasteelweg in Vleteren werden tijdens archeologisch vooronderzoek sporen gevonden van een begraafplaats uit de ijzertijd en/of Romeinse tijd (ca. 500 voor Christus tot 100 na Christus). Het onderzoek werd uitgevoerd in het kader van de aanleg van een nieuwe begraafplaats.
In Israël hebben mensen een mysterieuze halo aanschouwd. Het mirakel voltrok zich bij een grot op de berg Har Karkom, ook wel Jabal Ideid genaamd. Het wordt door sommige mensen verondersteld dat dit de berg is waarop Mozes God zag, wat volgens de onderzoekers de verklaring van het aanschouwde fenomeen kan zijn.
Al vanaf 1872 proberen archeologen het mysterie van de Grote Piramide op te lossen, en eindelijk lijkt de doorbraak nabij. Archeologen van het Djedi Team stellen dat zij in 2012 de geheime deuren van de Grote Piramide eindelijk kunnen openen.
Israëlische archeologen hebben in het oude Judea een badhuis opgegraven dat dateert uit de Byzantijnse periode (ca. 330 – 1452).  De resten liggen vlakbij een oude weg die dwars door zuidelijk Israël liep. Het badhuis diende waarschijnlijk ter ontspanning voor reizigers die overnachten in een ernaast gelegen herberg.