Oudste sporen Christendom ontdekt
In een tombe in Jeruzalem uit de eerste eeuw na Christus hebben archeologen sporen van het vroege Christendom ontdekt. Het gaat onder andere om een Griekse inscriptie en een beeltenis van de profeet Jona uit het Oude Testament. De vondsten zijn de tot nu toe oudst bekende archeologische resten van het Christendom.
De bewuste tombe in Jeruzalem werd al in 1981 ontdekt, maar moest, na protest van de lokale orthodoxe gemeenschap, al snel weer gesloten worden. Vorig jaar kregen archeologen echter alsnog toestemming om de grafkamer te bestuderen. Met behulp van een camera gemonteerd op een robot zijn zij er inmiddels in geslaagd om foto’s te maken van de binnenkant van de tombe.
Hierop bleek dat de grafkamer uit de eerste eeuw na Christus vier ossaria, ofwel beenderendoosjes, bevatte. Eén van die doosjes was voorzien van een Griekse inscriptie van vier regels, met daarop een verwijzing naar een God en een ‘verrijzenis’. Het ossarium ernaast toonde een afbeelding van een vis met een menselijk poppetje in zijn mond. Zeer waarschijnlijk is dit een verwijzing naar het verhaal van de profeet Jona, die drie dagen in de maag van een walvis verbleef.
Christendom
Op basis van deze vondsten komen de archeologen tot de conclusie dat het hier sporen betreft van het vroege Christendom. In het Jodendom was zowel het afbeelden van profeten als het maken van afbeeldingen op ossaria namelijk uiterst ongebruikelijk. Daarnaast bevatten zowel de inscriptie als het verhaal van Jonah een duidelijke verwijzing naar de herrijzenis van Jezus.
Desalniettemin beseffen de wetenschappers dat hun vondsten uiterst opmerkelijk en mogelijk zelfs controversieel zijn. “Als je mij had verteld dat iemand een inscriptie over de verrijzenis of een afbeelding van Jonah had gevonden in een Joodse tombe uit deze periode had ik het ook niet geloofd, tot nu,” aldus archeoloog James D. Tabor van de Universiteit van Carolina.
Bron: Science Daily