Bronstijd

BRONSTIJD (3.200 TOT 800 V.C.)

Tijdens de Nieuwe Steentijd werd er al koper gesmolten om gereedschap en sieraden te maken. Later ontdekte men dat dit materiaal veel gemakkelijker smolt als er tin aan werd toegevoegd. Het nieuwe mengsel werd ‘brons’ genoemd en was gemakkelijker te bewerken dan steen. Deze ontwikkeling bracht een nieuw tijdperk met zich mee.

Brons was mooier en vooral sterker dan koper. Het tinerts dat nodig was om brons te maken, was echter zeldzaam in veel gebieden. In Nederland kwam het helemaal niet voor en moest brons dus worden ingevoerd. Omdat brons zo zeldzaam was, verleende het de bezitter ervan een bepaalde status. Verschillende historici stellen dan ook dat in deze periode de klassenmaatschappij ontstond.

Brons verving vuursteen als belangrijkste materiaal om gereedschap, wapens en sieraden mee te maken. Toch werd steen nog lang als werktuig gebruikt. Andere belangrijke ontwikkelingen in deze periode waren: een verdere ontwikkeling en verbreiding van het schrift, bijvoorbeeld in Egypte, en de opkomst van uitgebreide handelsnetwerken, voornamelijk gericht op de import van brons

Eind 2015 zijn interessante archeologische vondsten gedaan in Dwingeloo (DR). Op de locatie waar eerder de brandweerkazerne stond, vond een archeologisch team sporen van bewoning in de late Bronstijd en vroege IJzertijd. De gemeente gaat de grond verkopen voor woningbouw.
 Een overzicht van de archeologie van Noord-Holland kan zeker niet voorbijgaan aan het grootschalige onderzoeksproject dat vanaf november 2014 plaatsvindt rond het dorp Hoogkarspel, in het oosten van West-Friesland. Dit onderzoek gaat vooraf aan de aanleg van de N23-Westfrisiaweg. Het te onderzoeken tracédeel (ruim 5 km lang en 25 hectare groot) doorsnijdt een voor Europese begrippen ongekend omvangrijk bewoningsgebied uit de bronstijd.
De aanleg van de nieuwe wijk Den Bogerd in Udenhout was de aanleiding voor een archeologische opgraving. Er zijn onder andere sporen gevonden van een boerderij uit de Bronstijd. De open dag die een week eerder werd georganiseerd trok meer dan  tachtig belangstellenden. Geïnteresseerden kregen informatie over de werkzaamheden, de geschiedenis van het gebied en de sporen die zijn aangetroffen.
Op het opgravingsterrein Tall el-Hammam, Jordanië, zijn door archeologen resten van paleizen, torens en verdedigingswerken gevonden. Zouden deze resten tot de oude Bijbelse stad Sodom behoren?
In Soloi, Noord-Cyprus, is een 2400 jaar oud ondergronds graftombecomplex gevonden. Archeologen vermoeden dat in het complex een aristocratische familie begraven ligt.
Archeologen hebben in Malatya, Turkije een 5000 jaar oude troon gevonden. De vondst zou volgens archeologen kunnen helpen ontdekken wanneer de macht van de regering in dat gebied geseculariseerd werd.
In 1922 werd het graf van Toetanchamon ontdekt. De ontdekking sloeg in als een bom, nog nooit was er een Egyptische graftombe ontdekt die zó compleet en onaangetast was als de grafkamers van deze koning. Het was de grootste archeologische ontdekking van de twintigste eeuw. Negentig jaar later wordt deze archeologische ontdekking misschien nog wel véél groter. In een eigen publicatie oppert de Britste Egyptoloog Nicolas Reeves de mogelijkheid van een aantal verborgen kamers in de tombe van Toetanchamon.
Een boer heeft tijdens zijn werkzaamheden op het land nabij Jaslo in het zuidoosten van Polen drie gouden armbanden gevonden. Ze waren verbonden met een gouden draadje en dateerden uit 1600 voor Christus tot 400 voor Christus. De armbanden zijn naar het Sub-Carpathian Museum in Krosno gebracht.
Archeologen vonden tijdens het onderzoek aan de N23 Westfrisiaweg een grafheuvel uit de Bronstijd. Helaas is de heuvel niet compleet, maar in de helft die wel intact is zijn maar liefst drie skeletten gevonden. In de voet van de grafheuvel deden de archeologen een unieke vondst. Ze troffen er een 3000 jaar oude bronzen beitel afkomstig uit Duitsland.
Archeologen van de universiteit van Southampton zouden het bewijs hebben gevonden dat er een oude handelsroute tussen het zuiden van Engeland en Ierland zou hebben gelopen. In hun onderzoek beweren de onderzoekers dat er tijdens de Bronstijd goud werd verhandeld tussen beide gebieden.
Archeologen van de universiteit van Southampton zouden het bewijs hebben gevonden dat er een oude handelsroute tussen het zuiden van Engeland en Ierland zou hebben gelopen. In hun onderzoek beweren de onderzoekers dat er tijdens de Bronstijd goud werd verhandeld tussen beide gebieden.
Tijdens archeologisch onderzoek voor de aanleg van de N23 Westfrisiaweg werd een compleet skelet gevonden. De opgravers hebben het skelet heel toepasselijk de naam ‘Mark’ gegeven, een afkorting van de aansluiting op de Westfrisiaweg, de Markerwaardweg tussen Oostwoud en Wervershoof.