Oudheid

In de Westerse geschiedschrijving begint de oudheid omstreeks het jaar 3.000 voor Christus met de uitvinding van het schrift in Egypte en Mesopotamië. Omdat het alfabet zich echter maar zeer langzaam over het continent verspreidde, wordt dit tijdvak in veel landen ook nog beschouwd als onderdeel van de prehistoristorische Bronstijd (3.200 tot 800 voor Christus) en IJzertijd (800 tot 12 voor Christus).
Voor een verder onderscheid is de oudheid daarom verder onderverdeeld in drie afzonderlijke perioden:

  • Midden en Late Bronstijd (2.500 tot 1.200 v.C.)
  • Vroege IJzertijd (1.200 tot 800 v.C.)
  • Klassieke Oudheid (800 v.C. tot 476 na Christus).

De periode laat zich kenmerken door de opkomst van een aantal grote rijken en beschavingen, waaronder het Oude Egypte, het Hellenistische rijk van Alexander de Grote en het Romeinse Rijk. De plundering van Rome en de val van het West-Romeinse Rijk in 476 na Christus worden over het algemeen beschouwd als het einde van de oudheid.

In september jl. deden archeologen een prachtvondst in Toscane: een afgesloten tombe die in een stenen muur was gezet. Het team opende de grafkist en vonden de 2.600 jaar oude overblijfselen van een Etruskische prins. In zijn hand hield hij een lans en naast hem lagen de assen van zijn vrouw. Althans, dat vermoedden de archeologen. De prins blijkt namelijk een prinses te zijn.
De tombe die in 2007 door archeoloog Ehud Netzer werd aangewezen als de laatste rustplaats van koning Herodes I kan nooit de tombe zijn waar het lichaam van de koning ligt begraven. Volgens archeologen Josph Patrich en Benjamin Arubas is de tombe veel te sober en te klein voor een koning van Herodes’ formaat.
In de Athenaeum Boekhandel in Amsterdam vindt op 24 oktober de boekpresentatie plaats van het boek Alexander en Darius. De Macedoniër in de spiegel van het Nabije Oosten. Het eerste exemplaar wordt overhandigd aan professor dr. Alexander Rinnooy Kan van de Universiteit van Amsterdam. Daarna spreken  prof. dr. Bert van der Spek (VU) en dr. Wouter Henkelman (École Pratique des Hautes Études, Parijs) over het boek.
Vandaag opende in het Rijksmuseum van Oudheden de tentoonstelling 'Petra. Wonder in de woestijn'. Tine Rasalle, projectmedewerker oude Nabije Oosten van het Rijksmuseum van Oudheden, schreef voor het komende nummer van Archeologie Magazine een boeiend artikel over de 19e eeuwse schilder en avonturier David Roberts, een van de eerste westerlingen die - in maart 1839 - de herontdekte wonderen van Petra aanschouwde. Archeologie Online publiceert een fragment uit dit artikel:
In de Noord-Italiaanse stad Aosta is een 2000 jaar oude steen gevonden met daarin twee penissen gegraveerd. Deze vondst heeft ervoor gezorgd dat archeologen de stichting van de stad kunnen dateren. Het blijkt dat de stad onlosmakelijk verbonden is met de Romeinse keizer Augustus.
Een team archeologen heeft bij opgravingen in de eeuwenoude stad Iasos in Turkije een nieuwe laag van de stad ontdekt. Er is een rioolstelsel en een gangenstelsel gevonden, beide een meter onder de grond. De stad werd meer dan drieduizend jaar geleden bedolven onder een berg van as na een uitbarsting van een vulkaan op het eiland Santorini.
Het Rijksmuseum van Oudheden verzamelt foto’s van bezoekers van Petra. Van over de hele wereld reizen jaarlijks honderdduizenden mensen naar de oude hoofdstad van de Nabateeërs. Wie Petra bezoekt, wordt onderdeel van de geschiedenis van de stad.
Het cultuurwonder van Jordanië, de uit rotsen gehouwen woestijnstad Petra, komt naar Leiden. Het Rijksmuseum van Oudheden presenteert deze winter ‘Petra. Wonder in de woestijn’ (9 oktober 2013 t/m 23 maart 2014). De wereldberoemde tempels, koningsgraven en ruïnes van Petra’s luxe villa’s maken de tweeduizend jaar oude stad tot misschien wel de mooiste archeologische plek ter wereld. Met 150 topstukken is dit de grootste Petra-tentoonstelling die ooit in Nederland te zien was.
Museumwandeling langs de Egyptische tempel uit Taffeh, met Maarten Raven, conservator van de Egyptische collectie van het Rijksmuseum van Oudheden.
Uit archeologisch onderzoek blijkt dat sporters al doping gebruikten ten tijde van de Oudheid. In het westen van Anatolië was doping niet alleen een veelvoorkomende gewoonte in de atletische sport, het gebruik ervan werd ook algemeen aanvaard. Dit blijkt uit onderzoek van de uitgravingen van een stadion van de oude stad Magnesia.
Duitse archeologen van de vrije universiteit van Berlijn hebben een bijzondere ontdekking gedaan tijdens opgravingen van het Romeins-Germaanse slagveld bij Harzhorn te Nedersaksen. De onderzoekers stuitten op de resten van een Romeinse maliënkolder die dateert uit de derde eeuw na Christus.
Archeologen hebben bij opgravingen in Jeruzalem een goudschat gevonden. De schat bestaat uit 36 gouden en zilveren munten en een gouden medaillon uit de zevende eeuw. De schat werd gevonden aan de voet van de Tempelberg waar deze zomer opgravingen zijn gedaan.