Oudheid

In de Westerse geschiedschrijving begint de oudheid omstreeks het jaar 3.000 voor Christus met de uitvinding van het schrift in Egypte en Mesopotamië. Omdat het alfabet zich echter maar zeer langzaam over het continent verspreidde, wordt dit tijdvak in veel landen ook nog beschouwd als onderdeel van de prehistoristorische Bronstijd (3.200 tot 800 voor Christus) en IJzertijd (800 tot 12 voor Christus).
Voor een verder onderscheid is de oudheid daarom verder onderverdeeld in drie afzonderlijke perioden:

  • Midden en Late Bronstijd (2.500 tot 1.200 v.C.)
  • Vroege IJzertijd (1.200 tot 800 v.C.)
  • Klassieke Oudheid (800 v.C. tot 476 na Christus).

De periode laat zich kenmerken door de opkomst van een aantal grote rijken en beschavingen, waaronder het Oude Egypte, het Hellenistische rijk van Alexander de Grote en het Romeinse Rijk. De plundering van Rome en de val van het West-Romeinse Rijk in 476 na Christus worden over het algemeen beschouwd als het einde van de oudheid.

Er zijn een tiental Romeinse sarcofagen bewaard gebleven waarin de schepper-god Prometheus een belangrijke rol speelt. Hij staat aan het begin van het leven. In aanwezigheid van goden en de personificaties van hemel en aarde zien we hoe het door Prometheus gemodelleerde mensje bezield wordt. In het Capitolijns museum te Rome staat een prachtige marmeren sarcofaag, in de vroege vierde eeuw gebeeldhouwd voor een jongeman die op het deksel liggend is weergegeven. Behalve de schepping van de mens, is ook de dood op de sarcofaag verbeeld.
De archeologische plaats Omrit (Israël) bood al 1900 jaar plek aan een oud Romeins huis, die deze maand pas is gevonden door archeologen. Omrit staat bekend om eerdere Romeinse opgravingen. Dit huis behoord waarschijnlijk tot een dorp. Op de muren van het huis hebben archeologen verschillende fresco’s aangetroffen die het natuurschoon uitbeelden.  Bomen, planten, vogels en vissen zijn direct op de kalklaag aan gebracht en goed bewaard gebleven.
Op 16 februari 1923 werd de grafkamer van Toetanchamon geopend door een archeologenteam onder leiding van de Britse archeoloog Howard Carter.
In de woestijn van Judea in Israël hebben archeologen een twaalfde grot gevonden waar misschien Dode Zee-rollen opgeslagen hebben gelegen. In het gebergte bij het dorp Qumran waren al eerder elf andere grotten gevonden. Helaas zijn er geen boekrollen gevonden in deze grot maar wel lege kokers waar de rollen in op werden geslagen en een onbeschreven stukje perkament.
De zomer van 2016 was in Spanje erg droog. Zo droog dat het peil in een waterreservoir in de regio Galicië in het noordwesten van Spanje zo ver daalde, dat er archeologische vindplaatsen droog kwamen te liggen. Delen van de Romeinse wijngaarden bij Castro Candaz zijn voor het eerst in decennia weer te zien.
In de Middellandse Zee werd op 70 meter diepte een 1800 jaar oud Romeins schip gevonden. De vloot lag in de buurt van het eiland Cabrera en bedolven onder een berg Romeinse kruiken.
Archeologen in het Engelse Cherry Hinton, een stadje vlak bij de beroemde universiteitsstad Cambridge, stuitten op de resten van een 1500 jaar oude nederzetting. Niet alleen zijn de voorwerpen in de 1500 jaar oude nederzetting bijzonder, ze kunnen ook aanwijzingen geven over het ontstaan van Cherry Hinton.
Bij opgravingen in Stratonikeia, een oude stad in het zuidwesten van Turkije, zijn 65 tombes uit de Byzantijnse tijd gevonden. Stratonikeia stond ook wel bekend als de stad van de gladiatoren, en is de grootste marmeren stad ter wereld.
Opvallend archeologisch nieuws: volgens Griekse media is door de recente zware regenval in Ierapetra, op Kreta, een ‘archeologische schat’ tevoorschijn gekomen.
In het Thermenmuseum in Heerlen wordt vandaag voor het eerst in 75 jaar gegraven. Dit archeologisch onderzoek is bijzonder, aangezien het Romeins Badhuis aldaar een archeologisch monument is. Toestemming om archeologisch onderzoek te doen is verleend, omdat er een aanzienlijke kans bestaat dat nieuwe informatie over de datering en de functie van het badhuis in Heerlen gevonden zullen worden.
In Grave verscheen er plots een rij palen boven het lage water in de Maas. Door een kapotte stuw kwam het waterpeil erg laag te staan en stonden de archeologen in Cuijk voor een aangename verrassing. De palen horen namelijk bij een Romeinse aanlegsteiger.