De piramiden in Egypte, het Colosseum in Rome en Stonehenge in Engeland. Beroemde archeologische wonderen, die stuk voor stuk de moeite van een bezoek waard zijn. Ze worden dan ook overspoeld door toeristen. Het is echter ook mogelijk om bijzondere schatten uit de oudheid in alle rust te bekijken. We geven vijf tips voor bekende en minder bekende bestemmingen.
Ethiopië
Archeologen hebben in Ethiopië werpsperen gevonden die na datering 280,000 jaar oud blijken te zijn. De speren zijn daarmee vele malen ouder dan de tot nu toe vroegst bekende soortgelijke speren. Hieruit concluderen de archeologen dat de moderne mens en diens voorouders al veel eerder in staat waren dergelijke voorwerpen te maken dan tot nu toe werd gedacht.
Het is al dertig jaar een onderwerp van discussie: klommen Lucy en de meer recente Selam, beide van het rechtoplopende mensachtige ras Australopithecus afarensis, in bomen? Nu onderzoekers een complete set schouderbladen van hebben kunnen analyseren, lijkt het erop dat de afarensis dit inderdaad deden.
In Ethiopië zijn enkele voetbeentjes gevonden van een mensachtige die nog in bomen klom. De botjes zijn 3,4 miljoen jaar oud, ongeveer even oud als de botten van ‘Lucy’, een bekende voorouder van de mens die ook in dit gebied leefde. Van Lucy staat echter vast dat zij rechtop liep.
Nieuwe bevindingen suggereren dat de aloude theorie dat een deel van de moderne mensen circa 70.000 jaar geleden Afrika verlieten, onjuist blijkt te zijn. Nieuw genetisch onderzoek op het Arabisch schiereiland lijkt te bewijzen dat de mens al 130.000 jaar geleden overstak naar het Midden-Oosten.
Ardi, de oudste voorouder van de mens die tot nu toe is gevonden, leefde mogelijk in de nabijheid van een rivier. Men dacht aanvankelijk dat dit indertijd een woestijnachtig gebied was. Archeologen Royhan en Nahid Gani hebben de bodem onderzocht waar Ardi drie jaar geleden werd gevonden. Hieruit maken zij op in wat voor omgeving Ardi leefde.
Onze verre voorouder, de Australopithecus afarensis, die circa 3,2 miljoen jaar geleden leefde, liep rechtop. Dat bewijst de vondst van een fossiel stuk middenvoetsbeen in het Ethiopische Hadar. Daaruit blijkt dat de soort een stijve voet had zonder opponeerbare ('grijpende') grote teen. In een boom klimmen was voor de Australopithecus afarensis dus even moeilijk als voor ons."Dat het veel belangrijker was om een - bijzonder handige - grijpende teen op te geven ten faveure van een moderne voet, laat zien hoe belangrijk het vermogen zich efficiënt over de grond te kunnen voortbewegen was voor het overleven en de voortplanting," vertelde antropologe Carol Ward, die de vondst onderzocht, aan National Geographic. Omdat hij makkelijk rondwandelde op twee benen, was de Australopithecus afarensis in staat de bossen te verlaten en zich te vestigen op grasland of de savanne.