De resten van ‘CRU001’. Deze baby met downsyndroom werd begraven in Alto de la Cruz, een Spaanse nederzetting uit de ijzertijd.
Regering van Navarra, J.L. Larrión.
Nieuw onderzoek onthult leven van prehistorische kinderen met downsyndroom
Recent DNA-onderzoek van 10.000 samples van menselijke resten uit de prehistorie heeft bewezen dat downsyndroom bestond in deze tijd. Een nieuwe technologie maakte een betrouwbare genetische analyse van prehistorisch DNA voor het eerst mogelijk. Zes van de genomen samples waren van kinderen met downsyndroom, waarvan er vijf meer dan 2.000 jaar geleden begraven werden. Geen van hen werd ouder dan een jaar. Toch kregen al deze kinderen een volwaardige begrafenis, inclusief offers. Dit wijst erop dat ze een erkende plaats hadden in hun leefgemeenschappen.
Tekst: Floor Noordeman
Nieuwe technologie maakt prehistorisch down-onderzoek betrouwbaar
Na jarenlang DNA-onderzoek en -analyse hebben genetisch onderzoekers in Leipzig aangetoond dat ongebruikelijke genetische aandoeningen voorkwamen in het verleden. Dit is mogelijk geworden door een nieuwe technologie, die aan de hand van een DNA-model een signaal geeft als in een gegeven sample meer dan 50% van dezelfde DNA-sequenties voorkomen. Op deze manier kunnen genetische aandoeningen zoals downsyndroom en edwardssyndroom gedetecteerd worden. De nieuwe technologie kan onderzoekers ook helpen met het vinden van migratiepatronen en vermenging van DNA onder bevolkingsgroepen over langere periodes. Volgens DNA-expert Adam Rohrlach konden de onderzoekers zo voor het eerst met meer dan een skelet-analyse downsyndroom ontdekken bij de prehistorische mens. ‘Met behulp van een nieuw statistisch model hebben we DNA uit menselijke resten uit de steentijd, bronstijd en ijzertijd tot halverwege de negentiende eeuw gescreend […] Hoewel we al verwachtten dat mensen met down in het verleden zeker voorkwamen, is dit de eerste keer dat we gevallen op betrouwbare wijze hebben gedetecteerd in menselijke resten.’
Een jong meisje met het syndroom van Down, negentiende eeuw.
J.A.Baldry. Wellcome Collection. Publiek domein, CC BY 4.0 via Wikimedia Commons
De vijf prehistorische monsters van kinderen met downsyndroom uit het onderzoek dateren van tussen de 5.000 en 2.500 jaar geleden. Ze weren gevonden in nederzettingen uit de bronstijd in Griekenland en Bulgarije, en in nederzettingen uit de ijzertijd in Spanje. Waar mensen met het syndroom van Down dankzij medische hulp tegenwoordig langer kunnen leven was dit in de prehistorie wel anders. Schattingen van de leeftijd van de vijf kinderen wezen erop dat ze op één na allemaal nog geen jaar oud waren ten tijde van hun overlijden. Wel werden al hun graven gevonden binnen de grenzen van hun nederzettingen, vaak met giften zoals kralenkettingen, zeeschelpen en bronzen ringen. Op basis hiervan nemen de onderzoekers aan dat er voor deze kinderen gezorgd werd, en dat ze een erkend onderdeel van hun gemeenschap waren.
Een luchtfoto van Alto de la Cruz in het Spaanse Navarra, een nederzetting uit de vroege ijzertijd waar resten van kinderen met downsyndroom zijn gevonden.
Dienst Historisch Erfgoed Regering van Navarra.
Archeologie Online is van de makers van Archeologie Magazine. Meer weten over dit prachtige magazine? JA GRAAG!
Bijzondere baby’s
Hoewel het onderzoek gericht was op het vinden van personen met het downsyndroom, ontdekten de onderzoekers ook een kind met een andere aandoening. Dit meisje bleek op basis van DNA-analyse het syndroom van Edwards te hebben. Dit is net als downsyndroom een genetische aandoening, alleen veroorzaakt het syndroom van Edwards ernstigere gezondheidsproblemen. Het komt met maar 1 op de 3.000 geboorten ook veel minder vaak voor dan down. De resten van het meisje werden gevonden bij een van de opgravingen uit de Spaanse ijzertijd, net als een aantal andere van kinderen met down. De onderzoekers willen de grote hoeveelheid gevallen van downsyndroom nader onderzoeken. Archeoloog Roberto Risch spreekt van een mysterie. “Op dit moment kunnen we niet zeggen waarom we op deze locaties zoveel gevallen van downsyndroom en andere genetische aandoeningen aantreffen, maar we weten dat ze behoorden tot de weinige kinderen die het voorrecht hadden om na de dood binnenshuis begraven te worden. Dit wijst er al op dat ze als bijzondere baby’s werden gezien.”
Kwetsbaar maar geliefd bestaan
Downsyndroom wordt tegenwoordig bij 1 op de 700 tot 1000 baby’s vastgesteld bij de geboorte. Omdat de aandoening zichtbaar is op echo’s wordt echter steeds meer gekozen voor abortus, waardoor het aantal steeds meer afneemt. Deze optie had de prehistorische mens uiteraard niet, en de baby’s die levend geboren werden met down zullen het volgens de onderzoekers erg zwaar hebben gehad. Dit nieuwe onderzoek heeft echter laten zien dat deze kinderen liefdevol en met zorg behandeld werden, ondanks dat hun levens van korte duur waren.