Ons' Lieve Heer op Solder is na het Rijksmuseum het oudste museum van Amsterdam. Afgelopen dinsdag vierde de kerk haar 350 jarig bestaan. In de voormalige schuilkerk worden inmiddels weer katholieke diensten gehouden. Jan Hartman, een welgestelde koopman, kocht op 10 mei 1661 een pand aan de Amsterdamse Oudezijds Voorburgwal.  Hij verbouwde de bovenste drie verdiepingen in twee jaar tijd tot een verborgen rooms-katholieke kerk. Jan Hartman was katholiek en zijn zoon studeerde voor priester. Na de Alteratie in 1578 was er in Amsterdam een officieel verbod gekomen op de viering van de katholieke eredienst. Katholieken hielden daarom diensten in schuilkerken. De protestantse overheid in Amsterdams wist ervan, maar de stad gedoogde andere geloofsopvattingen.
In Kethel heeft betrokken burger Peter Staal een stichting opgericht om de dorpspomp, die in 1914 werd verwijderd, terug te krijgen. De trots van het Zuid-Hollandse dorp verdween uit de dorpskern toen Kethel werd aangesloten op de drinkwaterleiding van Schiedam. De Stichting Verspeek-Pomp verzamelt sinds 9 maart handtekeningen om de pomp weer aan het dorpsgezicht toe te voegen.
De Waddenvereniging stelt 2,9 miljoen Euro beschikbaar aan de Stichting Stelling Den Helder Dat schrijft het Helders Weekblad. Het geld zal onder meer worden gebruikt voor een gedeeltelijke restauratie van Fort Harssens en twee bastions van Fort Kijkduin.
Twaalf dagen nadat hij president Abraham Lincoln had vermoord, werd John Wilkes Booth opgespoord door een regiment cavalerie. Hij had zich, samen met handlanger David Herold, verscholen in een tabaksschuur in Virginia. David Herold gaf zich over, Booth niet. Daarop staken de cavaleristen de schuur in brand, met de bedoeling hem naar buiten te dwingen. Sergeant Boston Corbett meende te zien dat Booth aanlegde om te schieten, en schoot hem neer. Booth overleed drie uur later. Tenminste, dat is het verhaal dat we kennen uit de geschiedenisboeken. Maar er zijn mensen die beweren dat het niet John Wilkes Booth was die stierf.Een van die mensen is Nathaniel Orlowek, een onderzoeker die zich al vijftien jaar met de kwestie bezighoudt. Hij vond ooggetuigenverslagen waarin wordt beweerd dat degene die zich in de tabaksschuur verschool niet John Wilkes Booth was, maar een zekere James (ook wel John) William Boyd.