De gevonden munt uit 1693.
Jim Bailey uit the Colonial Newsletter 164 (Augustus 2017)
Muntenschat lost mogelijk 300 jaar oud piratenmysterie van Henry Every op
Arabische gouden en zilveren munten gevonden op verschillende plekken in het Amerikaanse New England maakten mogelijk deel uit van de piratenbuit van Henry Every. Every, ook bekend als John Avery, was een van de beruchtste piraten uit de geschiedenis. Eind 17e eeuw veroverde hij het vlaggenschip Ganj-i-sawai van keizer Aurangzeb in de Rode Zee en maakte miljoenen buit. Dit resulteerde in de eerste internationale klopjacht in de geschiedenis.
In 2014 trof amateurarcheoloog Jim Bailey een Arabische munt aan in een weiland op het eiland Aquidneck, waar vroeger een koloniale stad was. Deze opmerkelijke vondst trok al snel de aandacht van andere speurders en in de jaren daarop werden er nog diverse anderen Arabische munten gevonden. Aangezien er toen geen handel tussen de Engelse kolonie en de Arabische wereld plaatsvond, was het een raadsel hoe deze munten hier terecht kwamen. Aanvullend onderzoek van Bailey heeft dit raadsel nu mogelijk opgelost. Hij verwijst namelijk naar Henry Every.
Henry Every
Henry Every (1659-na 1696) werd geboren in het Verenigd Koninkrijk en ging waarschijnlijk al in zijn jeugd bij de Britse marine. Hij werkte later op een aantal slavenschepen en werd uiteindelijk eerste stuurman op de Charles II. Toen de bemanningsleden door financiële problemen geen loon kregen, pleegden ze muiterij en Henry Every werd aangesteld als nieuwe kapitein. Hij doopte de Charles II om tot de Fancy en begon zijn carrière als piraat.
Aanval op de Ganj-i-sawai
Volgens Bailey zouden de gevonden munten wel eens afkomstig kunnen zijn uit de buit van Henry Every’s meest beruchte actie. Nadat Every een aantal jaar de Indische Oceaan onveilig had gemaakt, besloot hij in 1695 een grote klapper te maken in de Rode Zee. Dat jaar voer er namelijk een konvooi schepen van Mekka terug naar India. Dit konvooi werd aangevoerd door het vlaggenschip de Ganj-i-sawai, het schip van Aurangzeb, de keizer van het Islamitische Mogolrijk in het huidige India en Pakistan. Dit vaartuig had zo’n 600 passagiers en een enorme schat aan zilver en goud aan boord. Daar had Every zijn zinnen op gezet en met zijn piratenschip Fancy viel hij de Ganj-i-sawai aan. Alle opvarenden werden gemarteld en gedood. De munten die Every buitmaakte hadden een waarde van 200.000 tot 600.000 Britse ponden, wat tegenwoordig gelijkstaat aan zo’n 33 miljoen tot 107 miljoen euro.
Internationale klopjacht
Dit resulteerde in de eerste internationale klopjacht in de geschiedenis. De British East India Company zag namelijk dat hun handel met het rijke India werd bedreigd. Daarop gaf de Britse koning Willem III opdracht tot gevangenneming van Every en zijn piraten. In 1696 zocht Every met zijn bemanning zijn toevlucht tot de Bahama’s, maar daar moesten ze na een aantal maanden alweer vluchten voor de Britse vloot. Sommige van Every’s piraten werden op het vasteland gevangengenomen en terechtgesteld, maar Every was gevlogen. Wat er daarna met hem gebeurd is, is nooit duidelijk geworden. Volgens sommige teksten is hij naar Ierland gevlucht en is hij daar gestorven, maar bewijs hiervoor ontbreekt. Over de buit van Every deden geruchten de ronde dat deze waren begraven. De aanval op de Ganj-i-sawai ging de boeken in als een van de grootste misdaden ooit.
ARCHEOLOGIE ONLINE IS VAN DE MAKERS VAN ARCHEOLOGIE MAGAZINE, MEER WETEN OVER DIT PRACHTIGE MAGAZINE? KLIK HIER!
Piratenbuit
De buitgemaakte munten werden genoemd in de verklaring van koning Willem. Daarin stond dat de piraten van Every veel ‘Indiase en Perzische’ munten hadden buitgemaakt van de Ganj-i-sawai.
In de jaren na de eerste vondst werden 13 andere Arabische zilveren munten gevonden in de Verenigde Staten, op Rhode Island, in Massachusetts, Connecticut en North Carolina. Doordat de munten zo ver van hun thuisland terecht zijn gekomen, wijst dit er volgens Bailey op dat ze afkomstig zijn uit de buit van Every.
Munten
Bailey wijst erop dat de koloniale eilanden de thuisbasis waren van de piraten uit de 17e eeuw. Every was destijds een van de beruchtste piraten. Uit onderzoek blijkt verder dat de eerste munt in Jemen geslagen was, in 1693. Volgens Bailey zouden ook de andere munten zijn geslagen vóór 1695, het jaar waarin de Ganj-i-sawai werd veroverd. Mogelijk zijn de gevonden munten gebruikt terwijl de piraten op de vlucht waren, zoals voor voedsel of overnachtingen. Onderzoekers denken dat de rest werd gesmolten, om te verhullen dat ze deel uitmaakten van de piratenbuit.
Niet te vroeg juichen
Maar Bailey’s theorie is niet helemaal onomstreden. Zo schrijft Oliver Hoover van de American Numismatic Society dat de munten Arabisch zijn. De moslim kalender liep niet gelijk op met de westerse. Volgens Hoover is tenminste één munt die Bailey als bewijs aanvoert geslagen in het Hijri-jaar 1108, in de westerse kalender zou dat eind 1696 of begin 1697 zijn. Als Hoover gelijk heeft kan deze munt niet van de Ganj-i-sawai afkomstig zijn, want dat schip werd op 7 september 1695 veroverd.
Daarnaast wijst Hoover op het feit dat de handel van New England in die tijd al zo globaal was dat de munten net zo goed via handelaren in Amerika terecht kunnen zijn gekomen. Zo waren de Engelse kolonisten destijds betrokken bij de Oost-Afrikaanse slavenhandel en de koffiehandel in Jemen. Ook is het mogelijk dat de munten door andere piraten naar Amerika zijn gebracht. Er zal dan ook meer onderzoek nodig zijn, voordat we het mysterie van Every’s schat als opgelost kunnen beschouwen.
Bronnen: Live Science, American Numismatic Society