Reconstructie van het hutje met daarin de kist.
Antiquity Publications Ltd/ U. Seeberg
Zoekgeraakte Vikingbotten na een eeuw weer terecht
De botten van een Deense Viking lijken eeuwen na zijn overlijden nog steeds rusteloos. In de 19e eeuw werd zijn Vikinggraf gevonden in het Deense Bjerringhøj, maar door een slordigheidsfout van een museum raakten ze kort daarna alweer zoek. Nu, bijna een eeuw later, zijn ze weer terecht.
Vikinggraf
In 1868 vonden boeren in het dorpje Mammen in het Deense Bjerringhøj restanten van een middeleeuws houten hutje onder een 4 meter hoge zandberg. Binnen in het hutje lag een doodskist, met de menselijke botresten van een Viking. Het skelet lag op een laag veren, en was gekleed in wol met zijden-, goud- en zilverdraad. Bij de voeten van de begraven persoon lagen twee ijzeren bijlen, waarvan één met een zilveren inleg. Bovenop de kist lag bovendien een kaars van bijenwas.
Dat het een Vikinggraf betrof wisten de boeren toen nog niet en ze verdeelden de vondsten onder hun vrienden. Arthur Feddersen, een lokale amateurarcheoloog, hoorde echter van de vondst en startte daarop een onderzoek om de botten terug te halen. Dit lukte hem grotendeels en hij stuurde ze uiteindelijk naar het Museum van Denemarken in Kopenhagen. Maar daar ging het weer mis.
ARCHEOLOGIE ONLINE IS VAN DE MAKERS VAN ARCHEOLOGIE MAGAZINE, MEER WETEN OVER DIT PRACHTIGE MAGAZINE? KLIK HIER!
Vondst zoek
In het Museum van Denemarken raakten de botten al snel zoek. Mogelijk werden de botten apart gelegd van de rest van de vondst, in afwachting op wat er mee gedaan zou worden. Menselijke botten werden in die tijd namelijk nog niet gezien als archeologische artefacten. Daarbovenop kwam nog dat de botten waarschijnlijk halverwege de 20e eeuw per ongeluk verkeerd werden gelabeld. Hierdoor kwamen ze in een opslag terecht, waar ze de afgelopen 50 jaar vergeten hebben gelegen. Meerdere zoektochten leverden niets op. Uiteindelijk zijn de resten teruggevonden tijdens het inventariseren van de vondsten van een ander Vikinggraf. Dit graf werd in 1897 ontdekt bij Slotsbjergby in het Deense Seeland. Het viel onderzoeker Ulla Mannering op dat de stoffen van de verschillende botten in de doos sterk van elkaar verschilden. Ze vond namelijk sporen van een broek op bepaalde botten. Dit wees erop dat deze botten afkomstig waren van iemand anders dan het label op de doos aangaf. Broeken werden bij de Vikingen namelijk alleen door mannen gedragen en de resten uit Slotsbjergby waren afkomstig van een vrouw. Nadere analyses van de botten en de kleding wezen inderdaad uit dat het om de resten van een man ging. Dit leverde bovendien nog een verassing op: ze ontdekten namelijk dat de botten afkomstig waren uit het Vikinggraf in Bjerringhøj. Hiermee was de verdwijning na bijna een eeuw eindelijk opgelost.
Rijk en belangrijk
De nieuwe analyse met onder andere koolstofdatering van de botten en de kleding toont ook aan dat het om een man van 30 of ouder gaat. Naar schatting is deze Deen rond 970 n.Chr. overleden. Volgens onderzoekers was de Viking erg rijk en belangrijk. Dit lezen ze af aan het uitzonderlijke ontwerp van de broek waarin hij begraven werd. Deze was van wol met zijden, gouden en zilveren draden. Ook merkten ze ontstekingen bij zijn knieën op. Volgens de onderzoekers wijzen deze ontstekingen erop dat deze Deen een actieve levensstijl had en veel paardreed.