Een selectie van de gevonden munten
Wim en Nico van Schaijk / Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed
Romeinse munten gevonden in Brabant waren offers voor veilige oversteek
In 2017 vonden twee Brabantse amateurarcheologen 107 Romeinse munten, verspreid over een weiland in de buurt van Berlicum. De vinders, Wim en Nico van Schaijk, meldden hun vondst bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en het waterschap Aa en Maas, waarna de Rijksdienst verder onderzoek verrichtte. Over dat onderzoek is nu een rapport verschenen, waaruit blijkt dat de munten waarschijnlijk offers waren voor een veilige oversteek van een rivier.
De vondst bestond uit vier zilveren denarii en 103 bronzen sestertiën en assen, afkomstig uit de periode 27 - 180 na Christus. Bij aanvullend onderzoek in de omgeving waar de munten zijn gevonden, zijn nog eens twee koperen munten gevonden, uit dezelfde periode.
ARCHEOLOGIE ONLINE IS VAN DE MAKERS VAN ARCHEOLOGIE MAGAZINE, MEER WETEN OVER DIT PRACHTIGE MAGAZINE? KLIK HIER!
Niet een waardevolle schat
“Uit verschillende karakteristieken kun je opmaken dat het niet om een waardevolle schat ging die mensen willens en wetens in de grond hebben gestopt voor later.” vertelt historicus Liesbeth Claes in een bericht van de Universiteit Leiden. Claes onderzocht de munten en heeft meegewerkt aan het rapport. “Bij zo’n soort schat vind je de munten bijvoorbeeld in een kist of amfoor, maar daar was hier geen sprake van. Deze munten lagen juist verspreid over een groot gebied en rechtstreeks in de aarde. Bovendien bleken ze niet bijzonder waardevol: we vonden voornamelijk bronzen munten, en bijvoorbeeld geen enkele gouden munt.”
Aanwijzingen voor de theorie
Gezien de verspreiding en (relatief) lage waarde van de munten, vermoedden de onderzoekers dat het hier om offergaves gaat. Deze vermoedens werden uiteindelijk bevestigd toen er een kaart uit 1832 bijgehaald werd, waarop een pad stond afgebeeld dat dwars door het riviertje de Aa liep. “Blijkbaar was er op deze plek een voorde, een doorwaadbare plaats in de rivier dus. Later is deze voorde in onbruik geraakt. Deze informatie, in combinatie met de vondst van de munten, heeft ons ervan overtuigd dat reizigers in de Romeinse tijd hier offers hebben gebracht voor een behouden oversteek.” aldus Claes.
Hoewel er geen direct bewijs is gevonden voor het bestaan van een doorwaadbare plek tijdens de eerste en tweede eeuw na Christus, blijkt uit het bodemonderzoek dat er destijds wel al een riviertje liep. Bovendien heeft de loop van het riviertje zich in de afgelopen eeuwen - tot zijn kanalisering 1935 - weinig verlegd. Daarom wordt de theorie, van het brengen van offers voor een veilige oversteek, als meest waarschijnlijk gezien.
Een satellietfoto van de huidige situatie. De rode stippellijn geeft het verloop van het pad aan, zoals aangegeven op de bovengenoemde kaart (genaamd de kadastrale minuut 1832).
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Pre-Romeins gebruik?
Op veel van de gevonden munten staan militaire afbeeldingen. Volgens Claes kan dit duiden op een pre-Romeins gebruik. In de buurt van rivieren worden namelijk regelmatig geofferde bijlen, zwaarden en helmen teruggevonden. Het offeren van munten met militaire inscripties zou dan een voortzetting van die traditie geweest zijn in een andere vorm. Deze conclusie was een “belangrijk eureka-moment in mijn wetenschappelijke carrière.” aldus Claes.
Bronnen: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, Universiteit van Leiden.