In Dalfsen wordt op het terrein waar de nieuwe wijk Oosterdalfsen gebouwd gaat worden een archeologisch proefsleuvenonderzoek verricht door ADC ArcheoProjecten. Tijdens het onderzoek zijn er sporen gevonden uit de middeleeuwen.

Onder de vondsten zijn aardewerkscherven en de plattegrond van een bijgebouw. “Door de droge en zure zandgrond is het hout vergaan. Een compleet gebouw zal daarom niet meer aangetroffen worden. Een boerderij of bijgebouw is enkel te herkennen aan de sporen die de houten palen hebben achtergelaten in de grond,” aldus projectleider Niels Bouma. Deze sporen vormen de plattegrond van het gebouw.

Tijdens een proefsleuvenonderzoek worden er  op vaste afstand van elkaar een aantal sleuven gegraven die dezelfde afmetingen hebben. Zo kan een gebied snel en effectief in kaart worden gebracht. Als er duidelijk is waar de archeologische resten zich bevinden, dan kan daar eventueel rekening mee worden gehouden tijdens de bouw van de nieuwe woonwijk. De resten kunnen dan gewoon in de grond blijven zitten. “Het beleid is dat we zoveel mogelijk sporen in de grond laten zitten,” aldus Bouma.

De sleuven liggen bij dit onderzoek zowel horizontaal als verticaal, zodat er geen informatie verloren gaat. De werkzaamheden zullen naar verwacht tot 15 juni duren. Na het veldwerk zal het aardewerk onderzocht worden. “Het duurt even voordat we alles duidelijk hebben,” verklaart Bouma.

Bron: De Stentor