In Colima te Mexico is een rotstekening gevonden die ongeveer tweeduizend jaar geleden werd gebruikt als landkaart.

De vondst

Millennia geleden spuwde de vulkaan de Colima een zware basaltsteen uit die meer dan 14 kilometer verderop in het zuiden neerkwam, in de broederschap van Suchitlán. Precies daar, op wat nu een privéterrein is, werd op 7 juni een rotstekening gevonden door specialisten van het nationale instituut van antropologie en geschiedenis van Mexico (Instituto Nacional de Antropología e Historia, ook wel INAH), dagen nadat er een tip van een burger was binnengekomen bij het INAH Colima Center.

Het hoofd van de INAH, Julio Ignacio Martínez de la Rosa, meldde dat de hypothese dat het een 'stenen kaart' is, is afgeleid uit de ontwerpen en patronen op de kaart, evenals op de aanwezigheid ​​van meerdere soortgelijke vondsten in de regio. “Alleen in de archeologische zone van La Campana, in de hoofdstad, hebben we meer dan 100 rotstekeningen geteld”, vertelt hij.

Vormentaal

Tegelijkertijd wijst de archeoloog Rafael Platas Ruiz, aangewezen voor de inspectie van het culturele eigendom, erop dat er minstens drie graveertechnieken zijn gebruikt in de rotstekening: polijsten, pikken en slijtage. Op de kaart zijn alledrie deze technieken toegepast om het geografische landschap van de zuidelijke helling van de vulkaan te duiden. Zo zijn er op de steen holtes aangebracht die lokale gemeenschappen zouden vertegenwoordigen en lijnen die rivieren en andere geografische kenmerken representeren.

Functie

Deze 'kaartstenen' hielpen ongetwijfeld bij het begrijpen en vergemakkelijken van het beheer van het land, stelt Platas Ruiz. Bovendien waren ze een manier om kennis van de ene generatie op de andere te bewaren, in een tijd waarin in Colima nog geen schrift gebruikt werd.

Datering

Researchers aan het INAH dateren het petroglief uit tussen 200 voor Chr. en 200 na Chr en zien sterke gelijkenissen met de lokale schachttombecultuur uit deze tijd.

“De steen wordt niet geassocieerd met de tijd van El Chanal of met de Meso-Amerikaanse post-klassieke periode van de Azteken (1000-1500 AD). De ontwerpen en snijtechnieken in de stenen kaart houden meer verband met die uit de schachttombecultuur, die we hebben gedateerd tussen 200 voor Christus. en 200 n.Chr.; dat wil zeggen tussen de late pre-klassieke en vroeg-klassieke periode. ”

Hoe verder?

Of de petroglief al dan niet tentoon zal worden gesteld voor publiek, moet worden besproken tussen het Instituut, de gemeente en de eigenaar van het privéterrein waar het is gevonden.

Bron: Instituto Nacional de Antropología e Historia.