Een Brits echtpaar heeft honderden 17e- en 18e-eeuwse munten onder hun keukenvloer gevonden.
Pixabay
Brits echtpaar vindt € 290.000 aan gouden munten onder keukenvloer
Toen een Brits echtpaar uit North Yorkshire bij werkzaamheden aan hun keukenvloer op iets hards stuitten, dachten ze eerst dat ze een elektriciteitskabel hadden geraakt. Toen ze verder groeven om de vermeende schade beter te bekijken, kwam er tot hun verbazing een pot met gouden munten naar boven. Het bleek om een ware goudschat te gaan, met honderden 17e- en 18e-eeuwse munten. Naar schatting is de hele vondst ongeveer 250.000 pond waard, wat neerkomt op zo’n 290.000 euro.
Deze vondst werd gedaan in een 18e-eeuws huis uit het Engelse dorpje Ellerby, in het graafschap North Yorkshire. In totaal ontdekte het stel 264 gouden munten, die afkomstig zijn uit de periode 1610-1727. Deze zaten samengepakt in een aardewerken beker, ongeveer net zo groot als een hedendaags frisdrankblikje.
Net op tijd ontdekt
Het echtpaar, dat anoniem wenst te blijven, ontdekte de goudschat al in 2019, maar heeft de vondst nu pas bekend gemaakt. De reden hiervoor is vrij eenvoudig: ze willen de goudschat laten veilen via het Londense veilinghuis Spink & Son. Hierbij hebben ze overigens de vondst maar net op tijd gedaan. In het Verenigd Koninkrijk kunnen muntvondsten namelijk tot nationale schat worden verklaard als ze minimaal 300 jaar oud zijn. Daarmee worden ze officieel eigendom van de Engelse kroon, wat er in de praktijk op neerkomt dat de vinder ze voor een vastgesteld bedrag aan een museum moet overdragen.
Archeologie Online is van de makers van Archeologie Magazine. Meer weten over dit prachtige magazine? JA GRAAG!
Hierbij telt de Britse overheid de leeftijd van muntschatten vanaf de ‘jongste’ munt aangezien dit een indicatie geeft van het moment dat ze begraven werden. En de jongste munt uit de vondst was ‘slechts’ 292 jaar oud toen de vondst werd gedaan. Hierdoor kan deze vondst nét niet als nationale schat worden geclassificeerd, ondanks dat er ook oudere exemplaren tussen zitten. Zodoende blijft het echtpaar eigenaar van de munten en kunnen ze deze zelf te koop aanbieden. Als ze hun keukenvloer dus acht jaar later hadden opgeknapt, zou dit mogelijk heel anders hebben gelegen.
Een Engelse gouden munt uit 1718 met de afbeelding van George I, vergelijkbaar met de in Ellerby gevonden exemplaren
North Lincolnshire Museum, CC BY 2.0, via Wikimedia Commons
Uitzondering
Het stel mag de munten houden, maar er werd één uitzondering gemaakt. De muntenschat bevatte namelijk ook een Portugese 4.000-Reis-munt, geslagen in 1721 tijdens het bewind van koning João V van Portugal. Deze zijn ongelofelijk zeldzaam; er is in Engeland slechts één ander exemplaar gevonden, in 1903. Omdat dit zo’n unieke vondst is, is deze wel tot schat verklaard en aan het British Museum overgedragen.
Herkomst schat
Volgens historici was de muntenschat hoogstwaarschijnlijk afkomstig van het 18e-eeuwse echtpaar Joseph Fernley en Sarah Maister, beide telgen uit rijke koopliedenfamilies. Vooral de Maisters uit Hull stonden destijds bekend om hun rijkdom, die ze hadden vergaard met de ijzer- en houthandel met het Baltisch gebied. Joseph en Sarah traden in 1694 in het huwelijk, waarna ze tot hun dood in respectievelijk 1721 en 1745 in Ellerby woonden, in het huis waar nu de vondst is gedaan.
Het Maister House in Hull, residentie van de rijke Maisterfamilie
JamCor, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons
Waarom Sarah (haar man stierf immers voordat de laatste munten zijn begraven) deze munten onder de vloer heeft verstopt en nooit meer heeft weggehaald, is echter een raadsel. Een mogelijke verklaring van de historici is dat ze gealarmeerd werd door de Jakobitische opstand van 1745. Deze begon in Schotland en trok vanuit daar door Noord-Engeland. Mogelijk verstopte de weduwe de munten om in deze roerige tijden een noodvoorraad achter de hand te hebben. Maar zeker weten zullen we dit waarschijnlijk nooit.
Stuart-monarchie
De goudschat beslaat bijna de volledige regeerperiode van het Stuart-koningshuis (dat Engeland regeerde tussen 1603 en 1714), met een opvallend gat in het midden. Van de periode 1649-1660 is namelijk geen enkele munt in de schat te vinden. Experts hebben hier een verklaring voor: dit was de tijd van zogenaamde ‘Interregnum’, waarin Oliver Cromwell als dictator over Engeland heerste, nadat hij de Engelse koning Charles I had afgezet en laten onthoofden. In 1660 wist diens zoon Charles II de monarchie weer in ere te herstellen, waarna hij een verbod op alle munten uit Cromwell’s bewind uitvaardigde. Dit zou de leemte in de schat verklaren.
Naar verwachting zullen de munten in oktober 2022 worden geveild.
Bronnen: Antiques Trade Gazette, The Yorkshire Post, ITV
Archeologie Online is van de makers van Archeologie Magazine. Meer weten over dit prachtige magazine? JA GRAAG!