De nomadische steppevolkeren van Eurazië hebben in onze geschiedschrijving een roemruchte reputatie. Al sinds de oudheid worden de volken vaak beschreven als woeste krijgers te paard, die niet terugschrikken voor een geweld. Maar waarom waren deze volken zo gewelddadig? Nieuw archeologisch onderzoek licht een tipje van de sluier op.

Tot nu toe was er weinig archeologisch bewijs voor die verhalen, maar stukje bij beetje vinden archeologen meer aanwijzingen. In het wetenschappelijke tijdschrift American Journal of Physical Anthropology publiceerden archeologen van de Universiteit van Bern en de Russische Academie der Wetenschappen een nieuw onderzoek naar een 1700 jaar oud grafveld dat is gevonden in Siberië.

Scytische begraafplaats in Siberië

In de Russische deelrepubliek Tuva, in het zuiden van Siberië, onderzochten ze een grafveld met 87 graven uit de tweede tot vierde eeuw. Het grafveld, aangeduid als Tunnug1, is een van de oudste bekende tastbare koninklijke begraafplaatsen van de Scytische cultuur en is daarmee voor archeologen een zeer waardevolle vindplaats.

Wil je op de hoogte blijven van de meest interessante archeologische ontdekkingen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief, en volg ons op Facebook, dan mis je niks!

Sporen van zwaar geweld

Van de 87 graven die werden ontdekt, vertoonden de skeletten in een groot deel daarvan sporen van ernstige verminkingen. De archeologen vonden sporen van onthoofdingen, doorgesneden kelen, afgehakte ledematen en sporen die erop wezen dat het slachtoffer is gescalpeerd. In vrijwel alle gevallen waren de verwondingen toegebracht voordat het slachtoffer overleed.

Zulke verwondingen kunnen zijn ontstaan in bloederige man-tot-man gevechten, bijvoorbeeld door oorlogshandelingen, maar omdat er ook enkele vrouwen en kinderen in de graven lagen, sluiten de archeologen niet uit dat een aantal slachtoffers zijn overleden bij bloederige rituelen, mensenoffers. De sporen van scalperingen en doorgesneden kelen versterken dat vermoeden.

Mensenoffers?

Wat voor rituelen dat waren is niet precies bekend. Het zou kunnen gaan om verminkingen die werden toegebracht bij het verzamelen van oorlogstrofeeën, maar andere, meer mystieke of religieuze verklaringen zijn ook mogelijk.

Het onderzoek naar de graven is nog niet klaar. De skeletten owrden nog forensisch onderzocht. Daarbij hopen de onderzoekers meer te weten te kunnen komen over bijvoorbeeld het dieet van de slachtoffers. Ook wordt er geprobeerd DNA monsters te nemen, om meer te weten te komen over de herkomst van de slachtoffers.