experimentele archeologie universiteit leiden

Diederik Pomstra (rechts) en prehistorische huizenbouw expert Leo Wolterbeek (midden) bezig met de constructie van het steentijdhuis op het Archeologisch Erf. Nigel Langdon (links) maakt opnames voor een film over het bouwproces.

Universiteit Leiden

Een huis bouwen zoals de prehistorische mens dat deed

Jasper Buiting

In de Broekpolder bij Vlaardingen staat een steentijdhuis. Niet gebouwd door prehistorische mensen, maar door moderne archeologen van de Universiteit Leiden en vrijwilligers van het burgerinitiatief Federatie Broekpolder. Tijdens de bouw zijn enkel replica’s van werktuigen uit de steentijd gebruikt, zoals stenen bijlen en beitels van been of gewei. ‘Het is een soort forensisch onderzoek naar archeologische vondsten.’

Dit is een artikel in een serie over samenwerkingsverbanden en maatschappelijke impact. Tekst: Dorine Schenk

Op het Educatief Archeologisch Erf waar het steentijdhuis sinds 2016 staat, leiden vrijwilligers twee dagen per week schoolklassen en recreanten rond. Daarnaast kunnen wetenschappers er experimenteren met bijvoorbeeld het bakken van aardewerk of de conservering van houten palen in de grond. ‘Het is fantastisch om een terrein te hebben om dingen uit te proberen’, zegt Annelou van Gijn, hoogleraar Archaeological Material Culture and Artefact Studies aan de Universiteit Leiden. Zij is vanaf het begin bij dit project betrokken. ‘Voor de lokale vrijwilligers is het een soort community centrum: samen dingen maken verbindt. Hun betrokkenheid bij het Erf is enorm.

Forensisch onderzoek

‘Dit werk is onderdeel van een soort forensisch onderzoek naar gebruikssporen op archeologische voorwerpen,’ vertelt Van Gijn. Als experimenteel archeoloog maakt ze gebruiksvoorwerpen zoals bijlen, beitels of hamers na, of laat deze namaken, om ze vervolgens op verschillende manieren te gebruiken. 'Dan vergelijk ik de sporen die daarbij ontstaan met die sporen die ik vind op prehistorische werktuigen die we bij opgravingen hebben gevonden. Zo probeer ik te achterhalen waarvoor die voorwerpen werden gebruikt en hoe het dagelijks leven er toen uitzag.’

Afbranden en weer opgraven

Het steentijdhuis in de Broekpolder is niet het eerste huis dat de Leidse archeologen hebben gebouwd: in 2012 bouwden ze al een zelfde huis in het Hosterwold in Zeewolde. ‘Hierbij werkte ik samen Staatsbosbeheer, het Prins Bernard cultuurfonds en Diederik Pomstra, een voormalig jurist die nu ook als experimenteel archeoloog werkt’, vertelt Van Gijn. 'Vorig jaar maart hebben we dit huis in Zeewolde laten afbranden, en in juni hebben we het weer opgegraven. Dat was een ontzettend mooie manier om de levensloop van een steentijdhuis helemaal te volgen.’

https://www.youtube.com/watch?v=8C5AGOglQEs 

Opgegraven plattegrond

Beide steentijdhuizen zijn gebaseerd op een ‘plattegrond’ van een huis van de zogeheten Vlaardingencultuur van ca. 2500 voor Christus. Deze plattegrond is natuurlijk niet op papier gevonden, maar gebaseerd op een opgraving in Haamstede-Brabers in 1959. De plattegrond die daar gevonden werd bestaat in feite uit de verkleuringen in de grond die aangeven waar de steunpalen hebben gestaan. ‘We weten niet hoe het huis er boven de grond uitzag’, zegt van Gijn. ‘Dat moeten we interpreteren met een paar regels. Bijvoorbeeld dat de dakhelling voldoende steil moet zijn zodat regen en sneeuw eraf loopt.’

Schat aan informatie

Voor het onderzoek van Van Gijn leveren de steentijdhuizen een schat aan informatie op. ‘Bij de bouw zijn geen moderne gereedschappen gebruikt, maar alleen replica’s van prehistorische werktuigen. Waar en hoe die gebruikt zijn, is volledig gedocumenteerd. Ook hebben we de gebruikssporen die op de werktuigen ontstonden geanalyseerd en opgenomen in onze referentiecollectie.’

Veldwerk voor studenten

Sinds 2016 is er op het Archeologisch Erf elk jaar een prehistorisch bouwproject, bijvoorbeeld het maken van prehistorische kano’s. Hierbij werken Leidse onderzoekers samen met de vrijwilligers en studenten. 'Voor studenten is dit geweldig veldwerk’, zegt Van Gijn. ‘Ze ervaren hoe het is om zelf een boom om te hakken met een stenen bijl. Ze krijgen zo materiaalkennis die je nooit in de collegebanken kunt opdoen.’

Meer lezen