Archeologen hebben een tombe in een afgelegen Maya-paleis in de Mexicaanse ruïnestad Uxul ontdekt. De tombe behoorde toe aan een jonge prins, die begraven is met een zeldzame drinkbeker. De vondst van de beker is met name bijzonder omdat het de eerste keer is dat er een dergelijke prinsenbeker op legale archeologische wijze wordt gevonden.

De ingang naar de tombe werd onder de vloer van een gebouw binnen het paleiscomplex ontdekt. In de tombe lagen de overblijfselen van een man - die waarschijnlijk 20 tot 25 jaar oud was - en negen keramische voorwerpen. Eén daarvan is een beker waarop in hiëroglyfen staat geschreven: ‘Dit is de beker van een jonge man/prins’.

Op een andere beker staat een datum in hiëroglyfen die antropoloog Nikolai Grube en zijn collega Kai Delvendahl interpreteren als 711 na Christus. Het is zeer waarschijnlijk dat de prins rond deze periode heeft geleefd. Een verwijzing naar de eigenaar op voorwerpen was volgens Grube zeer gewoonlijk in de Mayacultuur. Echter, alle vorige ontdekte prinsenbekers zijn “illegaal opgegraven door plunderaars. Dit is de eerste keer dat we zo’n beker hebben gevonden in archeologische context”, aldus Grube.

Geen koningsmateriaal

Het gemis van voornamelijk jade juwelen, die veelal in Maya tombes worden gevonden, maakt de tombe in Uxul opmerkelijk. Het suggereert volgens experts dat de prins niet bestemd was om koning te worden. “We hebben in dit geval [geen waardevolle jade voorwerpen] ontdekt, dus denken we dat deze kerel bij de koninklijke familie hoorde, maar niet bestemd was om op de troon te komen,” aldus archeologe Jennifer Mathews.

De mogelijkheid bestaat dat de jade voorwerpen eerder zijn gestolen door plunderaars, maar Grube vermoedt dat dit niet het geval is. De tombe was namelijk “duidelijk verzegeld” voordat hun team aan de opgraving begon.

Bron: National Geographic