Enige tijd geleden hebben amateurarcheologen in  de haven van Stavoren een wrak van een handelsschip aangetroffen, dat daar vermoedelijk rond 1500 is gezonken. Inmiddels verricht de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) onderzoek naar de unieke restanten, waarvan zij hopen dat het belangrijke informatie op kan leveren over de scheepsbouw in de 15e en 16e eeuw.

Het schip werd enige tijd geleden ontdekt door amateurarcheologen van de Landelijke Werkgroep Archeologie Onder Water (LWAOW). Van 11 tot 20 april voert de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) onderzoek uit naar het schip, dat zwaar en stevig is gebouwd en waarvan de huidplanken dakpansgewijs over elkaar heen liggen. De vondst van het schip zal belangrijke informatie opleveren over de scheepsbouw in de 15e en 16e eeuw. Er is namelijk nog weinig bekend over de scheepsbouwtechniek waarbij de huidplanken dakpansgewijs over elkaar heen getimmerd zijn.

Een select groepje archeologiestudenten mag meehelpen aan het onderzoek. Zij krijgen niet vaak de kans om praktijkervaring op te doen. Er zijn in Nederland nog maar weinig maritiem archeologen, wat vreemd is gezien Nederland een ‘zeevarend natie’ is en Nederlanders zich verbonden voelen met hun maritieme tradities.

Het schip zal niet worden gelicht. Het wrak blijft op de zeebodem liggen, wat behoud in situ genoemd wordt. Dit is een belangrijk uitgaanspunt van de Rijksdienst als het gaat om de zorg voor het erfgoed van Nederland.

Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed