Een 160.000 jaar oude onderkaak laat zien hoe lang mensachtigen al op grote hoogten konden overleven. De onderkaak behoorde tot de uitgestorven mensensoort Denisova-mens en werd gevonden in Xiahe, China. De vondst toont aan dat de Denisova-mens al lange tijd voor de komst van de Homo Sapiens in het Tibetaans Hoogland leefde. 

Overleven met weinig zuurstof

Door de eiwitten van de kaak te analyseren konden de onderzoekers aantonen dat de eigenaar van die kaak nauw verwant was aan de Denisova-mensen uit Siberië. De eigenaar van de kaak leefde tijdens het Midden-Pleistoceen op het Tibetaans Hoogland en was in staat te overleven in een omgeving met een laag zuurstofgehalte. 

Al eerder was uit onderzoeken gebleken dat huidige volken in de Himalaya het gen van de Denisova-mens hebben geërfd, waardoor zij met minder zuurstof kunnen overleven. 

De Denisova-mens in Azië

De Denisova-mens werd voor het eerst ontdekt in 2008 in de Denisovagrot in Siberië. De onderzoekers konden door het onderzoeken van het genoom van een vingerkootje aantonen dat de eigenaar behoorde tot een mensachtige soort, anders dan de neanderthaler.

Resten van het DNA van de Denisova-mens zijn tegenwoordig nog te vinden in Azië, Australië en Melanesische volkeren. Dit zou aan kunnen tonen dat de Denisova-mensen zich over verschillende werelddelen hebben verspreid. Het feit dat resten van de Denisova-mens nu in zowel Europa als Azië zijn gevonden, levert aanvullend bewijs voor de theorie

Het onderzoek van de onderkaak werd gedaan door de Universiteit van Lanzhou in samenwerking met het Duitse Max Planck Institute for Evolutionary Anthropology.

Bronnen:

• Max Planck Institute for Evolutionary Anthropology: First hominins on the Tibetan Plateau were Denisovans

Afbeelding:

• View of the virtual reconstruction of the Xiahe mandible after digital removal of the adhering carbonate crust. The mandible is so well preserved that it allows for a virtual reconstruction of the two sides of the mandible: Jean-Jacques Hublin, MPI-EVA, Leipzig