Romeinse denarius

Een van de bestudeerde munten, met een afbeelding van Bachus, de Romeinse god van wijn.

Universiteit van Warwick.

Rome vervalste munten tijdens financiële crisis

Wetenschappers van de Universiteit van Warwick en de Universiteit van Liverpool hebben onderzoek gedaan naar de samenstelling van Romeinse zilveren munten, uit de periode 150 - 64 voor Christus. Ze onderzochten de zilverwaarde van de denarius (meervoud: denarii), een destijds veelgebruikte Romeinse munt. Het blijkt dat de denarius begon als een nagenoeg puur zilveren munt, maar tijdens een financiële crisis in 89 v.Chr. afzakte tot wel 86% zilver. De ontdekking biedt nieuw inzicht in een aantal opmerkingen van de beroemde staatsman Marcus Tullius Cicero (106 - 43 v.Chr.), die over een financiële crisis schreef in een van zijn essays.

Vijf jaar lang heeft het onderzoeksteam denarii bestudeerd en geanalyseerd. Van honderden munten stelden ze hierbij de zilverwaarde vast, door middel van niet-destructief onderzoek. “Ons onderzoek heeft een significante waardedaling van de denarius aangetoond”, verklaart Matthew Ponting, een van de onderzoekers van de Universiteit van Liverpool. “Het begon als puur zilveren munt, maar zakte af tot onder de 95%, en toen tot 90%. Sommige munten zakten zelfs af tot 86% zilver, wat duidt op een zware monetaire crisis.”


Archeologie Online is van de makers van Archeologie Magazine. Meer weten over dit prachtige magazine? JA GRAAG!


Onderzoeker Kevin Butcher van de Universiteit van Warwick verklaarde: “In de jaren na 91 v.Chr. dreigde Romeinse staat bankroet te gaan. De Romeinen waren in oorlog met hun eigen bondgenoten in Italië, en tegen het einde van de oorlog in 89 v.Chr. was er de monetaire crisis.”

Hoe ontstond de crisis?

De oorlog die Butcher noemt was de Bellum sociorum, ofwel bondgenotenoorlog. Dit was een conflict tussen Rome en de Italiaanse stadstaten. Hoewel deze stadstaten (civitates) officieel bondgenoten van de Romeinen waren, werden ze in de praktijk door Rome overheerst. Deze civitates hadden daarom geëist als volwaardig Romeins aangezien te worden, in plaats van als onderdanen. Maar Rome was nog niet bereid dit toe te staan, wat uiteindelijk tot een militaire confrontatie leidde. De oorlog werd uitgevochten tussen 91 en 87 v.Chr. maar werd in feite in 89 v.Chr. al door Rome gewonnen.

Bellum sociorum

Het Romeinse Rijk tijdens de Bellum sociorum, met het grondgebied van Rome in het paars en opstandige gebieden in het geel en oranje.

Publiek domein.

De Bellum sociorum werd weliswaar gewonnen door de Romeinse staat, maar leidde tot een plundering van de staatskas. Marcus Tullius Cicero schreef in zijn essay De officiis (3:80) over de Romeinse economie in 86 v.Chr: “In dat jaar veranderde de waarde van onze munteenheid zo veel, dat niemand meer kon zeggen hoeveel het echt waard was.” Overigens zou de oorlog er alsnog toe leiden dat veel bewoners van Italië (buiten Rome) het Romeins burgerrecht verkregen, aangezien de steden die wel loyaal waren gebleven hiermee beloond werden.

Denarii

Een denarius met een afbeelding Bachus, en aan de andere kant een leeuw die een stier verslind. Dit is een verwijzing naar de Bellum sociorum: de Romeinse leeuw verslindt de stier van Italië. 

British Museum via Wikimedia Commons.

Wat bedoelde Cicero?

Historici hebben lang gespeculeerd over wat Cicero precies bedoelde met zijn uitspraak. Het veranderen van de muntwaarde wordt slechts kort genoemd, in een anekdote over ene Marcus Marius Gratidianus (ca. 125 – 82 v.Chr.). Gratidianus was een staatsman die vooral bekendstond om de economische hervormingen die hij doorvoerde. Zo zou hij een vaste wisselkoers hebben laten doorvoeren tussen de denarius en de as, een veelgebruikte kleinere bronzen munt. Hierdoor werd het vertrouwen in de denarius hersteld. Maar Cicero schrijft dat deze hervormingen het idee waren van andere staatslieden, en dat Gratidianus alle eer voor zichzelf opstreek.  

Cicero

Een beeld van Cicero uit de eerste eeuw.

José Luiz via Wikimedia Commons.

“Helaas zijn Cicero’s woorden te vaag voor historici om precies te zeggen wat er aan de hand was”, aldus Butcher. “Hij gebruikte het voorbeeld niet om over monetaire geschiedenis te schrijven; hij gebruikte het incident als een voorbeeld van een Romeinse magistraat die zich slecht gedraagt, door de eer op te eisen voor andermans werk.”

Het antwoord

De nieuwe onderzoeksresultaten geven nu wellicht antwoord op Butchers vraag. Het lijkt erop dat de Romeinse staat na de Bellum sociorum bewust de puurheid van zijn zilveren munten verlaagde, om schulden het hoofd te bieden. Zo kon de staat meer munten laten slaan, zonder daadwerkelijk ook meer zilver te hoeven gebruiken. Gratidianus speelde hier zeer waarschijnlijk een rol in. Als we Cicero mogen geloven, zorgde deze gedeeltelijke vervalsing ervoor dat de waarde van de munt begon te fluctueren. “Het precieze gehalte van vervalsing was destijds misschien niet eens het belangrijkste. Slechts de kennis dat de munten niet meer van puur zilver werden gemaakt, kan tot een afname van het vertrouwen in de denarius hebben geleid”, aldus Ponting.

Bronnen: Universiteit van Warwick, Wikipedia


Archeologie Online is van de makers van Archeologie Magazine. Meer weten over dit prachtige magazine? JA GRAAG!


Meer lezen