Prehistorische honden kregen aparte voeding
Nieuw wetenschappelijk onderzoek bij een vindplaats nabij Brno in Tsjechië toont aan dat de prehistorische mens zijn huisdieren al iets anders te eten gaf dan hij voor zichzelf had geschoten. Daar waar de mensen zichzelf te goed deden aan mammoetvlees moesten de honden het doen met rendiervlees.
Controle over de honden
De prehistorische mens had dus al een grote mate van controle over zijn honden, concluderen onderzoeker Hervé Bocherens en zijn team. Zij onderzochten een groot aantal skeletten van zowel honden, beren, mensen en wolven en kwamen erachter dat zowel mensen als wilde dieren toegang hadden tot mammoetvlees, maar dat dit vlees in het dieet van de honden ontbrak.
Isotopen
Voor hun onderzoek analyseerde het team specifieke isotopen van koolstof en stikstof in de opgegraven beenderen. Uit de opbouw van deze chemische elementen konden de onderzoekers achterhalen wat voor specifiek voedsel de mens of het dier uit de IJstijd verorberde. Mammoet bleek daarbij dus voor de mens een belangrijk onderdeel van het dieet, maar ook wilde dieren maakten gebruik van het mammoetvlees dat de mensen achterlieten die naar een andere plek trokken.
Afhankelijk
De honden werden waarschijnlijk gevoed met voedsel dat de mensen liever niet zelf wilden eten. Een dergelijk gebruik vinden we tegenwoordig nog steeds terug bij hedendaagse primitieve stammen. De viervoeters waren dus al grotendeels afhankelijk van mensen en men kan aannemen dat deze dus ook werden gebruikt voor de jacht.
De Gravettianmensen die tijdens de IJstijd in midden Europa leefden waren dus actieve jagers en hoefden niet te wachten totdat andere wilde dieren de mammoeten hadden opgegeten, voordat zij de botten en huiden konden gebruiken voor bijvoorbeeld het maken van een tent.
Bron: www.nu.nl