Twee mannen inspecteren de mijn.

Archeoloog Jamie Lund en Derbyshire Caving Clubleider Ed Coghlan bekijken de mijn onder Alderley Edge

Ed Coghlan, Derbyshire Caving Club, National Trust.

Grotverkenners ontdekken perfect gepreserveerde 19e-eeuwse mijnartefacten

In Alderley Edge, een dorpje vlakbij Manchester, vond een club grotverkenners onder andere leren schoenen, pijpjes van klei en inscripties in roet in een verlaten kobaltmijn. Kobalt was een lucratieve handel in Engeland in de 19e eeuw totdat importkobalt goedkoper werd. Daarom werd de mijn rond 1810 gesloten. Sinds de jaren 1970 wordt de in onbruik geraakte mijn geëxploreerd door de Derbyshire Caving Club, met toestemming van de National Trust, de organisatie die over het behoud van nationale monumenten gaat.

Derbyshire Caving Club

Naast de schoenen en de pijpjes vonden de grotverkenners ook een houten kom, begraven in een muur. Dit duidt volgens grot-ontdekker Ed Coghlan op bijgelovigheid, alsof ze de mijn bedankten voor het goede rendement. Daarnaast vonden ze er een ankerlier, die werd gebruikt om zware voorwerpen op te tillen, en te verplaatsen. ‘Het feit dat die werd achtergelaten, duidt er waarschijnlijk op dat de mijnwerkers pas kort van tevoren hoorden dat ze moesten stoppen met de werkzaamheden’, aldus Coghlan.


Archeologie Online is van de makers van Archeologie Magazine. Meer weten over dit prachtige magazine? JA GRAAG!


3D-bezoek

Je kunt de mijn direct bezoeken als je dat wil; om de ontdekking toegankelijk te maken, werd Inspection Solutions ingeschakeld. De laatste is een bedrijf dat 3D-modellen maakt van bijvoorbeeld gebouwen – en nu ook ondergrondse plekken. Door middel van laserscanners zijn de mijnen in kaart gebracht. Voor de delen van de mijn die onder water staan werd er de hulp van op afstand bestuurbare voertuigen ingeschakeld.

Een muurinscriptie 'WS'

Wie was WS?

Ed Coghlan, Derbyshire Caving Club, National Trust.

Muurinscripties

De grot-ontdekkers vonden ook een aantal inscripties op de muur. Zo werden de letters ‘WS’ gevonden, gedateerd 20 augustus, 1810. Volgens Coghlan is het slechts gissen naar de betekenis hiervan, het zou een standaard ik-was-hier kunnen zijn, maar ook een datering van de laatste dag dat de mijn in gebruik was. Naast de initialen waren er meer woorden en nummers in de muur gekrast. ‘We denken dat de plekken waar veel van deze inscripties gevonden zijn rustplaatsen waren, alsof de mijnwerkers hun schrijven aan het oefenen waren’, aldus Coghlan.

Tijdscapsule

Archeoloog van de National Trust Jamie Lund: ‘De artefacten in de mijn zijn gefotografeerd, gecatalogiseerd en zijn daarna blijven liggen waar ze zijn gevonden. Zo blijven de spullen in de ondergrondse staat waarin ze zijn gepreserveerd. Het zorgt ervoor dat de mijn een soort tijdscapsule blijft die een plek beschermt waar het ooit krioelde van de activiteit.’


Archeologie Online is van de makers van Archeologie Magazine. Meer weten over dit prachtige magazine? JA GRAAG!


Meer lezen