Aboesir

De schacht waarin het materiaal werd gevonden

Karelsuniversiteit Praag.

Grootste verzameling Egyptisch balsemmateriaal ooit ontdekt

Archeologen van de Karelsuniversiteit Praag hebben in Egypte de grootste verzameling balsemmateriaal ooit ontdekt. De archeologen deden de ontdekking bij Aboesir, een necropolis in Noord-Egypte die voornamelijk gebruikt werd tijdens de 5de dynastie (ca. 2504 - 2347 v.Chr.). De necropolis van Aboesir bevat echter ook een deel dat stamt uit de tijd van de 26ste dynastie (664 - 525 v.Chr.). Hier vonden de archeologen een verborgen schacht, waarin het materiaal gevonden werd dat gebruikt werd tijdens het mummificatieproces.

In totaal ontdekten de archeologen 370 potten en canopische vazen, met daarin overblijfselen van materiaal dat gebruikt werd tijdens het mummificatieproces in het oude Egypte. Volgens de archeologen is dit de grootste verzameling balsemmateriaal ooit ontdekt. De vondst werd gedaan in een 14 meter diepe schacht, direct naast een grafcomplex dat nog onder de grond begraven ligt. Tijdens het uitgraven van de schacht vonden de archeologen de potten en vazen op een diepte van 4 tot 12 meter diep.


Archeologie Online is van de makers van Archeologie Magazine. Meer weten over dit prachtige magazine? Ja graag!


Aboesir

-

Karelsuniversiteit Praag.

 

Een Egyptisch graf in oude stijl

“Dit onderzoek was onderdeel van een langlopend onderzoeksproject. Het doel hiervan was het opgraven en interpreteren van monumenten, uit een periode waarin de Egyptische samenleving op zoek was manieren om haar unieke identiteit te behouden”, aldus Miroslav Bárta, het hoofd van de opgraving, in een persbericht. “Het was een tijd waarin Egypte werd bedreigd door Griekse, Perzische en Nubische legers.” Bárta doelt hiermee op de zogenoemde Late Periode (712 - 332 v. Chr.), een tijd waarin Egypte militair gezien zwak was en ook tijdelijk overheerst werd door het Perzische Rijk. Deze periode eindigde met Alexander de Grote’s verovering van Egypte in 332 v.Chr. Hierna zou Egypte ca. 3 eeuwen onder het gezag van een Griekse dynastie komen te staan. “De schachtgraven van Aboesir zijn gebouwd op een vergelijkbare manier als die van de beroemde farao Djoser (ca. 2650 - 2575 v.Chr.), de stichter van het Oude Rijk”, voegt Bárta toe. Het lijkt er dus op dat de Egyptenaren tijdens de Late Periode teruggrepen naar oudere tradities, uit een tijd dat het beter gesteld was met het Egyptische rijk.

Aboesir

De piramide's van Nioeserre (links) en Neferirkare (rechts) in Aboesir

Chanel Wheeler via Wikimedia Commons.

 



Zoon van de Vrouwe Irtoeroe

In de schacht werden ook vier canopische vazen gevonden met de inscriptie ‘Wahibre-Mery-Neith, zoon van de Vrouwe Irtoeroe’ erop. Bárta: “Alhoewel er een aantal hoogwaardigheidsbekleders met deze naam bekend zijn, kan geen van deze personen gekoppeld worden aan de vazen. Aan al deze hoogwaardigheidsbekleders wordt een andere moeder toegeschreven.” Gezien de grootte van de schacht, vermoeden de archeologen wel dat de eigenaar ervan een zeer hoge status genoot. Dit vermoeden is ook gebaseerd op het feit dat de schacht zich tussen de graven van een belangrijke generaal en admiraal bevindt.

Aboesir

Canopische vazen met de naam 'Wahibre-Mery-Neith'

Karelsuniversiteit Praag

 

Vervolgonderzoek

Onder de schacht bevindt zich nog een begrafeniscomplex, dat tijdens vervolgonderzoek opgegraven zal worden. Op deze manier hopen de onderzoekers meer te weten te komen over de eigenaar van het schachtgraf. De potten en vazen zijn overgebracht naar een laboratorium, waar ze verder geanalyseerd zullen worden.

Bron: Karelsuniversiteit Praag.


Archeologie Online is van de makers van Archeologie Magazine. Meer weten over dit prachtige magazine? Ja graag!


Meer lezen