Het scheepswrak van het fluitschip
Badewanne.fi
Gezonken Nederlands schip in de Baltische Zee gedateerd
In augustus van 2020 werd een 17de eeuws Nederlands fluitschip gevonden op de bodem van de Baltische Zee, 85 meter diep. Documentairemakers van de non-profit organisatie Badewanne vonden het schip bij toeval tijdens het filmen van een documentaire over scheepswrakken uit de Tweede Wereldoorlog. Inmiddels is het schip nader gedateerd en blijkt het gebouwd te zijn in het jaar 1636. Het vinden van een bouwjaar vormt “een geweldig startpunt voor nieuw onderzoek” aldus Martijn Mander, maritiem archeoloog bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Waarschijnlijk zullen we binnenkort dus meer te weten komen over de identiteit van het schip.
Het schip is door een combinatie van kou, water met een laag zoutgehalte en weinig zonlicht in uitzonderlijk goede staat bewaard gebleven. Hierdoor zijn graveringen op het hakkebord van het schip (versieringen aan de bovenkant van het achtersteven) nog duidelijk te onderscheiden. Vaak waren de naam van het schip en het bouwjaar uit deze versieringen te achterhalen.
ARCHEOLOGIE ONLINE IS VAN DE MAKERS VAN ARCHEOLOGIE MAGAZINE, MEER WETEN OVER DIT PRACHTIGE MAGAZINE? KLIK HIER!
Archeologen Martijn Mander, fluitschip-expert en maritiem archeoloog Niklas Eriksson van de Universiteit van Stockholm en Minna Koivikko van de Finnish Heritage Agency zullen verder onderzoek verrichten om de geschiedenis rond het wrak te achterhalen.
De ‘Zwaan’
“De identiteit van schepen worden vaak onthuld door de gegraveerde motieven op het hakkebord.” vertelt Niklas Eriksson. “Fragmenten van zulke motieven zijn wel eerder gevonden, maar nu we er een hebben die geheel intact is gebleven, is het mogelijk het schip te identificeren op dezelfde manier als mensen uit de zeventiende eeuw dat zouden hebben gedaan. Het schip heette vermoedelijk de ‘Zwaan’ en was gebouwd in 1636.”
De gegraveerde voorstelling van een zwaan, waaruit afgeleid is dat het schip waarschijnlijk de 'Zwaan' heette
© Badewanne Handle Productions 2021
De ‘moedernegotie’
Fluitschepen waren veelvoorkomend in de Baltische Zee gedurende de 17deen 18de eeuw. Nederlandse schepen voeren naar de Baltische staten om daar hout, hennep, teer, maar bovenal graan in te kopen. Dit graan werd op de Amsterdamse stapelmarkt met hoge winsten verkocht. Uiteindelijk kreeg Nederland bijna een monopolie op de Baltische Zeehandel. Ook was de handel in graan zo lucratief dat deze ‘moedernegotie’ ging heten (de moeder van alle handel). Opbrengsten van deze handel waren zeer belangrijk voor de Nederlandse economie; waarschijnlijk belangrijker dan de bekendere specerijenhandel van de VOC.
Ontwikkeling van het fluitschip
De Baltische Zee was alleen te bereiken via de Sont, een Deense zeestraat. Daar werd tol geheven, en de hoogte van deze tol hing af van de breedte van het dek van een schip. Hoe smaller het dek, hoe lager de tolheffing. Daarom ontwikkelde het fluitschip zich zo, dat het dek steeds smaller werd terwijl het laadruim even groot bleef. Op deze manier betaalden de schippers weinig tol, zonder dat het ten koste ging van hun laadvermogen.
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.