Onder andere dit skelet uit Gouda werd onderzocht op de symptomen van de Engelse ziekte.
Barbara Veselka
Engelse ziekte was niet zo Engels
De ‘Engelse ziekte’, de aandoening die je krijgt door een tekort aan vitamine D, was niet zo Engels als de naam doet vermoeden. Uit archeologisch onderzoek blijkt namelijk dat die ziekte veel vaker voor kwam.
De Engelse ziekte wordt vooral geassocieerd met de vitaminetekorten waar de fabrieksarbeiders in negentiende-eeuwse Engelse steden mee te maken hadden. De ziekte, met de officiële naam rachitis werd veroorzaakt door een tekort aan zonlicht en kan een scheve ruggengraat, O-benen en gebitsproblemen veroorzaken. De ziekte kwam veel voor onder Engelse fabrieksarbeiders, die extreem lange dagen maakten in bedompte en donkere fabrieken, terwijl hun steden schuilgingen onder een dikke laag smog, die eveneens zonlicht tegenhield. Daardoor ontstonden tekorten aan vitamine D.
Skeletonderzoek naar Engelse ziekte
Uit skeletonderzoek door de Leidse promovenda Barbara Veselka bleek dat de ziekte niet bepaald Engels was, ook in de Nederlanden kwam de ziekte tussen de zestiende en twintigste eeuw veel voor. Veselka onderzocht meer dan zeshonderd skeletten afkomstig uit verschillende begraafplaatsen verspreid over heel Nederland. Wat bleek: de ziekte kwam ook veel voor onder Nederlandse plattelandsbewoners.
Culturele oorzaken
Dat de ziekte ook zo veel voorkwam onder plattelandsbewoners, schrijft Veselka toe aan sociaal-culturele gewoontes die heersten. Mensen gingen gekleed in volledig lichaam bedekkende kleding: vrouwen droegen lange jurken en omslagdoeken, mannen droegen broeken met lange pijpen en bovenkleding met lange mouwen, en vaak een pet of hoed. Bovendien werd een lichte huid gezien als een teken van welvaart en schoonheid, een gebruinde huid gaf immers aan dat iemand landarbeid verrichtte en dus van een lagere klasse was.
Onderzoek naar tandbeen
Voor haar onderzoek bestudeerde Veselka de skeletten eerst met het blote oog om te kijken of de overledene last had van O-benen. Maar de skeletten werden ook microscopisch onderzocht, waarbij met name het gebit werd bestudeerd. Aan de hand van het tandbeen zijn ook vitaminetekorten te achterhalen. Bij een van de skeletten waren maar liefst zeven periodes van vitamine D tekort zichtbaar.
Het onderzoek van Veselka levert niet alleen meer archeologische kennis op, ook voor het heden zijn de bevindingen interessant. In de 21e eeuw heeft een groeiende groep mensen weer last van tekorten aan vitamine D.
Veselka promoveert op 29 januari 2019 op haar onderzoek.