In een perfect behouden loopgraaf uit de Eerste Wereldoorlog zijn 21 skeletten gevonden van Duitse soldaten. Ze sneuvelden in 1918 en zijn pas 94 jaar later ontdekt. Deze mannen waren onderdeel van een grotere groep die levend begraven werd, toen een geallieerde granaat hun schuilplaats deed bedelven onder een laag aarde.

De granaatexplosie vond plaats in 1918. Dertien lichamen konden geborgen worden, maar de overgebleven manschappen werden onder een dikke laag modder gelaten. Het zou te gevaarlijk zijn geweest om ze op te graven.

Bijna een eeuw later komen Franse archeologen de skeletten tegen tijdens opgravingen aan het voormalige westfront. De opgraving vond plaats wegens de bouw van een nieuwe weg. De skeletten bevinden zich nog steeds in de positie als toen de loopgraaf instortte. Daarom vergelijken enkele archeologen het met Pompeii, waar Romeinen onder lava bedolven werden. “Alles stortte in enkele secondes in en het ziet eruit alsof het net gebeurd is”, beweert archeoloog Michael Landolt.

Sommige soldaten zaten rechtovereind op een bank, eentje lag in bed en een andere lag in foetushouding omdat hij net van een trap was gevallen. Ook werden er helmen, wapens, laarzen, wijnflessen en dergelijke materialen gevonden. De archeologen vermoeden dat de resten goed bewaard zijn gebleven doordat er geen lucht, water of licht de loopgraaf in kon.

De geborgen lichamen zijn overgedragen aan de Duitse Commisie Oorlogsgraven. Tenzij familieleden zich melden voor repatriëring, zullen de overleden soldaten begraven worden bij de lokale begraafplaats van Illfurth.

Bron: The Telepgraph