Menselijke resten Slag bij Waterloo

Schilderij van de Slag bij Waterloo

William Sadler, Public domain, via Wikimedia Commons

Botten gesneuvelden Slag bij Waterloo mogelijk gebruikt in suikerindustrie

Op 18 juni 1815 werd de Franse keizer Napoleon Bonaparte in de Slag bij Waterloo definitief verslagen door een coalitie van Britse, Nederlandse en Duitse troepen. Tienduizenden militairen kwamen hierbij om het leven. Bij archeologische opgravingen in de omgeving van de Belgische plaats, zijn er tot nu toe echter nauwelijks menselijke resten teruggevonden. Hoe dit komt is al jaren een mysterie, maar een aantal historici denkt nu de oplossing te hebben gevonden: de skeletten zouden na de slag zijn opgegraven en verwerkt in de plaatselijke suikerindustrie.

Tot deze conclusie komt een team van Duitse, Belgische en Britse historici, na een uitgebreid archiefonderzoek. Ze laten aan de Belgische omroep RTBF weten dat vanaf 1820 de suikerbietteelt opkwam in de omgeving van Waterloo. Hierbij verschenen er ook fabrieken om de bieten te verwerken. Deze werkplaatsen zuiverden destijds de suikerbieten met behulp van beenderkool, oftewel verkoolde botten van dieren.


Archeologie Online is van de makers van Archeologie Magazine. Meer weten over dit prachtige magazine? JA GRAAG!


Als we de onderzoekers mogen geloven, werden er naast dierenbotten ook de skeletten uit de massagraven bij Waterloo hiervoor gebruikt. Eerdere studies toonden al aan dat een deel van botresten van gesneuvelde soldaten was vermalen, om als meststof voor de akkers te worden gebruikt. Maar blijkbaar beperkte dit zich niet tot de landbouw.

Aanwijzingen in de archieven

Voor deze theorie hebben de historici verschillende aanwijzingen in de archieven gevonden. Zo zijn er reizigers die meldden dat ze de plaatselijke bevolking skeletten hebben zien opgraven. Als voorbeeld hiervan citeert historicus Bernard Wilkin, die aan het onderzoek meewerkte, een Duitse geoloog die vertelt dat hij mensen bij Waterloo botten zag opgraven. "Het gaat vermoedelijk om paardenbeenderen, maar iemand grapt tegelijk dat de beenderen van de keizerlijke garde gemakkelijk kunnen verward worden met paardenbeenderen", aldus Wilkin.

Wel verboden, maar niemand bestraft

Deze handel in mensenbotten ging ook niet aan de autoriteiten onopgemerkt voorbij. In de archieven van de gemeente waarin Waterloo ligt (Eigenbrakel) hebben de historici een briefwisseling gevonden, waarin de burgemeester aan de lokale commandant van de Rijkswacht vraagt om in te grijpen. Hoewel de handel in dierenbotten was toegestaan, was het opgraven van menselijke resten namelijk verboden. De burgemeester herinnerde de bewoners eraan dat deze praktijk illegaal was, en dat ze hiervoor gevangenisstraf en boetes konden krijgen.

Deze oproep leek echter weinig effectief. Op zich is dit niet zo vreemd, aangezien de handel in mensenbotten behoorlijk lucratief kon zijn. Met enkele karrevrachten aan beenderen, kon een boer meer verdienen dan hij in zijn hele leven op de akker bijeen zou schrapen. Bovendien hebben de historici geen bewijs gevonden dat er ooit iemand voor dit soort opgravingen is bestraft.

Publiek geheim

Het onderzoeksteam gaat ervan uit dat het opgraven van de gesneuvelde militairen een publiek geheim was, aangezien de praktijk in diverse Franse en Duitse kranten aan de kaak werd gesteld. Zo meldde een Duits dagblad in 1879 dat je beter honing dan suiker in je koffie kon doen, om te voorkomen dat je “op een ochtend de atomen van je grootvader in je koffie oplost."

Tegen die tijd zou de praktijk echter al enige tijd gestopt zijn. Rond 1860 sloot de suikerfabriek in Waterloo zijn deuren en vermoedelijk waren de massagraven toen ook al grotendeels leeggehaald.

Bronnen: RTBF, VRT, NOS


Archeologie Online is van de makers van Archeologie Magazine. Meer weten over dit prachtige magazine? JA GRAAG!


Meer lezen