Inventarisnummer G 2020/3.1 Foto: RMO
Inventarisnummer G 2020/3.1 Foto: RMO
Column RMO -Oudheden Onderzoekt!
Tekst: Annemarieke Willemsen Conservator Middeleeuwen
In de week van 16 maart j.l., toen het museum net dicht was vanwege de Corona-crisis, heb ik nog één afspraak laten doorgaan: de aankoop van een gedraaide zilveren ring uit de 10e eeuw, die we associëren met de aanwezigheid van Vikingen in Nederland. Een paar weken later, midden in de lockdown, presenteerden we trots onze nieuwe Vikingring online en via social media, en werden die dag het enige niet-Corona-nieuws op NOS en nu.nl. Er kwamen veel reacties, alsof mensen het fijn vonden even ergens anders over na te denken.
Duizend jaar oud
De ring (inventarisnummer g 2020/3.1) is op Eerste Kerstdag 2019 met een metaaldetector gevonden in een maisveld bij Hoogwoud, in de kop van Noord-Holland. Dat is een regio die vanaf de 9e eeuw door Vikingen als uitvalsbasis werd gebruikt. Collega’s van het Viking Informatie Centrum in Hippolytushoef hadden de vinder naar mij verwezen. Half januari kwam hij met de ring langs en de autopsie bevestigde dat het een sieraad uit de 10e/11e eeuw was: het had daarvoor precies de goede uitvoering, verwering en slijtage. In maart besloot de vinder tot verkoop aan het museum. Daar gaan we de ring onder andere gebruiken in een tentoonstelling die we voorbereiden over ‘Het Jaar 1000’.
De Vikingring lijkt gevlochten, maar is gedraaid van een staafje zilver. In de groef loopt filigraan, een draadje dat uit kleine bolletjes bestaat. Op één plek is de ring dunner, waar het vlechtwerk samenkomt en de eindes aan elkaar zijn gesoldeerd. Met een doorsnede van 25 millimeter is de ring erg groot voor een vinger en ook de vorm lijkt onhandig. Vermoedelijk is het dan ook geen vingerring, maar een miniatuurversie van de dikke halsringen (torques) uit Scandinavië. Die zijn gedraaid en gevlochten en hebben dunne uiteindes achter in de hals. Het RMO heeft ook zo’n getordeerde torque, in de Vikingschat uit Westerklief op Wieringen. Dat is helemaal niet ver van de vindplaats van de ring.
Miniaturen en amuletten
Dat het om miniatuur-torques zou gaan, suggereert het Portable Antiquities Scheme bij twee soortgelijke zilveren ringen die in Engeland zijn gevonden. Die interpretatie is mijns inziens de enige die alle details van deze ring verklaart. Miniatuur-gebruiksvoorwerpen zijn breder bekend uit de Vroege Middeleeuwen en van Vikingen kennen we ook mini-versies van andere belangrijke bezittingen zoals zwaarden, bijlen en schilden. Het nieuwe boek ‘The Sword in Early Medieval Northern Europe’ van mijn collega Sue Brunning in het British Museum vertelt dat die miniaturen veelal in vrouwengraven worden gevonden, mogelijk als symbolen van status en beschermende amuletten. Waarschijnlijk werden ze als hanger gedragen, aan een leren koordje om de hals of aan de riem. De slijtage op onze Vikingring komt met zo’n draagwijze overeen. Ook de gouden Vikingring in het Fries Museum, die erg op de onze lijkt, zou zo gefunctioneerd kunnen hebben.
De nieuwe Vikingring geeft in ieder geval aan dat we een gevonden ring vaak te snel als een vingerring interpreteren. Er waren namelijk veel andere soorten ringen, als verbindingen tussen leren bandjes, als haarringetjes, fibula’s, versieringen van kokers en bijvoorbeeld de kleine ringen die als ‘wisselgeld’ hangen aan ringvormige Vikingarmbanden uit Scandinavië én uit Callantsoog, ook weer boven in Noord-Holland. Ook het kleine gouden ringetje, dat dit jaar in Wijk bij Duurstede is gevonden, mogelijk uit Dorestad komt en in maart aan de pers werd getoond, is vrijwel zeker geen vingerring.
Foto-bijschrift:
De Vikingring, aangekocht door het Rijksmuseum van Oudheden (inventarisnummer g 2020/3.1, foto: RMO).