Bernard Ploegmakers deed tijdens het aardappelen rooien een bijzondere vondst. Hij stuitte op een vlakbijl die vermoedelijk stamt uit de enkelgrafcultuur (2900 - 2500 voor Christus). Hij deed de vondst nabij de Ripse Paal, de grenspaal waar het dorp zijn naam aan ontleent.

Het betreft een rechthoekige trapeziumvormige vlakbijl. De bijl is 11,3 bij 4,8 centimeter en 29 centimeter dik en is gemaakt van bryozoënvuursteen, een roodgekleurde steen. Volgens stadsarcheoloog Nico Arts uit Eindhoven komt die variant in het zuiden van Nederland zelden tot nooit voor. Hij noemt het dan ook een ‘extreem zeldzame vondst’ voor de provincie Noord-Brabant.

Arts legt uit dat bijna alle gevonden stenen vlakbijlen in Nederland ovaal zijn. Rechthoekige exemplaren zijn tot nu toe alleen in het noorden van Nederland, Duitsland en Polen gevonden. Bovendien komt bryozoënvuursteen vooral voor in de zuidelijke Oostzee en Denemarken.

“Van de duizend stenen builen die wij in de zuidelijke regio hebben gevonden, hadden er één, hooguit twee ook zo’n rechthoekige vorm,” aldus Arts. “Er moet dus iemand zo’n ding hebben meegebracht.”

Enkelgrafcultuur

De enkelgrafcultuur is een cultuur uit de nieuwe steentijd (neolithicum). Deze cultuur kwam vooral in Noord-Nederland en Noordwest-Duitsland voor en is een regionale variant van de touwbekercultuur, die uitstrekte van Scandinavië tot Midden-Europa. De enkelgrafcultuur is vernoemd naar de wijze waarop mensen begravingen uitvoerden. Lijken werden in hurkhouding begraven in een vlakgraf of onder een grafheuvel. Er werden ook grafgiften gegeven, die onder andere bestonden uit vuurstenen bijlen.

Bron: Eindhovens Dagblad