De bronzen hand samen met een aantal andere grafgiften.
© Service archéologique du canton de Berne, Philippe Joner.
Wat was de functie van deze bronzen hand?
In 2017 vonden twee amateur-archeologen in Zwitserland een bronden hand. Ze meldden de vondst bij de Zwitserse archeologische diensten, die de vondst onderzochten. Zij concludeerden dat de hand zo'n 3500 tot 3400 jaar oud is.
De bronzen hand is daarmee waarschijnlijk het oudste van brons nagemaakte menselijke lichaamsdeel dat ooit in Europa gevonden is. De hand bestaat uit brons, maar heeft rondom de 'pols' een gouden plaat.
Grafgiften
Vlakbij vonden de amateurarcheologen ook een menselijke rib en een bronzen dolk. Toen Zwitserse archeologische dienst in de zomer van 2018 op de vindplaats een grote opgraving begon, werd een graf van een man gevonden. In dat graf lag ook een afgebroken bronzen vinger die aan de eerder gevonden hand toebehoorde.
Scepter of prothese?
Waar de hand toe diende is echter een raadsel. In de pols zit een holte, waardoor de archeologen vermoeden dat de hand ergens op is gezet. Waarop, is nog onderwerp van onderzoek. Het zou kunnen dat de hand is gebruikt als deel van een standbeeld of een scepter, maar archeologen sluiten niet uit dat de hand is gebruikt als een prothese.
Vooraanstaand figuur
Wat vast staat is dat de eigenaar van de hand, een zeer rijk en vooraanstaand figuur moet zijn geweest. Natuurlijk wijst het gebruik van goud daarop, maar ook de grafgiften doen vermoeden dat het gaat om het graf van een vooraanstaand figuur. Onder het graf werd een stenen constructie die duidelijk door mensen was gebouw, gevonden. Dat onderschrijft volgens de archeologen de belangrijke positie van de overledene.
De bronzen hand wordt nog tot achttien oktober 2018 tentoon gesteld. Daarna gaat het onderzoek verder. Archeologen hopen daarmee te weten te komen hoe en waarvoor de hand gebruikt is.
Bron:
Kanton Bern: Peut-être la plus ancienne sculpture en bronze d’Europe trouvée près de Prêles
Afbeeldingen:
© Service archéologique du canton de Berne, Philippe Joner.