Britse archeologen hebben nabij Cambridge een opmerkelijke vondst gedaan. Ze vonden een geraamte van een tiener uit de 7e eeuw begraven in een gedoceerd bed met een gouden kruis, een ijzeren mes en een zakje met glazen kralen. Het team vermoedt dat de begraving gedaan is door een aantal van de eerste Angelsaksen die zich tot het Christendom bekeerden.

Volgens experts is er vrij weinig bekend over een dergelijk begravingritueel. Er zijn maar enkele soortgelijke gevallen ontdekt in Groot-Brittannië, waarvan maar twee met een geraamte met een kruis op de borst. Volgens één van de archeologen biedt de vondst inzicht op de periode waarin de pagaanse Angelsaksen zich langzamerhand bekeerden tot het Christendom.

De vondst werd afgelopen jaar gedaan in het landelijke gebied Trumpington Meadows, net buiten Cambridge. Het graf is inmiddels onderzocht en wordt gedateerd op een periode tussen 650 en 680 na Christus. Howard Williams, professor archeologie aan de Universiteit van Chester, merkt op dat dergelijke ‘bedbegravingen’ zeldzaam zijn en voornamelijk gevonden worden op het vasteland van Europa. De Angelsaksen deden dus waarschijnlijk inspiratie op van hun mede-Europeanen.

Early adopter

Het gouden kruis is pakweg drieënhalf centimeter breed en is gedecoreerd met granaatsteen. Volgens experts duidt het kruis erop dat het tienermeisje onderdeel uitmaakte van de Angelsaksische aristocratie. Hoewel het geraamte nog nader onderzocht moet worden, vermoeden onderzoekers dat ze vijftien jaar was ten tijde van de begraving.

Volgens Alison Dickens, de manager van de archeologische afdeling van de Universiteit van Cambridge, toont het graf en de voorwerpen erin het ‘eind van één geloofsysteem en het begin van een ander’. Ze benoemde het begraven tienermeisje tevens een ‘early adopter’.

Van het bed was alleen nog ijzeren materiaal over. Tevens werden nog sporen van drie andere graven gevonden in het gebied. Het is echter nog onduidelijk in welke mate deze graven verwant zijn aan het tienergraf.

Bron: The Tribune