Verdronken dorpen Noordoostpolder

Luchtfoto van het huidige Marknesse. In de middeleeuwen lag er in de Noordoostpolder ook een dorpje Marcnesse

Debot, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons

Verdronken dorpen in Flevoland

De Noordoostpolder in Flevoland was ooit de bodem van de Zuiderzee. Op de eilanden Urk en Schokland na. Maar voordat de Zuiderzee ontstond, was het gebied bewoond. Dat blijkt uit onderzoek van Yftinus van Popta, die deze week zijn promotieonderzoek naar de verdronken dorpen in de Noordoostpolder verdedigt.

Flevopolders archeologische schatkamer

De Flevopolders zijn sinds hun drooglegging een schatkamer voor vooral maritiem archeologen, die een unieke kans hadden om onderzoek te doen naar scheepswrakken, maar ook naar losse vondsten. Veel van die vondsten werden tot nu toe beschouwd als delen van verloren scheepslading, maar Yftinus van Popta twijfelde daar aan.


Archeologie Online is van de makers van Archeologie Magazine, meer weten over dit prachtige magazine? Klik hier!


Zuiderzee in de middeleeuwen

Ooit was de Zuiderzee namelijk geen zee, maar een gebied van drassige veengronden en veenmeertjes. Dat gebied bleef lang onbewoond, maar vanaf de laten middeleeuwen ontstonden er nederzettingen en ontginningen, waar eerst vooral boeren woonden, maar naarmate de tijd verstreek werd de populatie van die nederzettingen meer divers.  Hoewel veel van die nederzettingen en bijbehorende ontginningen zijn verdwenen doordat het water van de Zuiderzee de oevers langzaam afkalfde waardoor de dorpen en de ontginningen verdwenen. Van Popta vermoedde dat er desondanks resten van die nederzettingen moesten zijn en dat wellicht meerdere vondsten die als scheepswrak of -lading werden beschouwd, eigenlijk de resten van die bewoning waren.

Verdronken dorpen in de Zuiderzee

Van Popta maakte een reconstructie van het landschap van de Noordoostpolder, zoals dat er in de periode van 1100 tot 1400 uit zag, aan de hand van hoogtekaarten, bodemprofielen, satellietbeelden en historisch bronnenonderzoek. Op basis daarvan verschenen de vermoedelijke locaties van nederzettingen zoals Naegele, en Marcnesse en Fenehuysen I en Fenehuysen II op de kaart. Ook opvallend was dat archeologische vondsten die op die plekken waren gedaan, vooral vondsten waren die ook geassocieerd kunnen worden met resten van bebouwing. Dan gaat het bijvoorbeeld om botresten en aardewerk, of resten van baksteen. In 2017 werd archeologisch onderzoek gedaan op locatie van Fenehuysen II, en daar werden inderdaad de resten van laatmiddeleeuwse ontginningen aangetroffen. Dan gaat het om sporen van de sloten die enerzijds voor de afwatering van het ontgonnen gebied zorgden, maar ook de scheiding tussen de landbouwpercelen vormden. In de sloten werden veel resten aangetroffen van materiaal dat wordt toegeschreven aan de nederzetting.

Archeologische verwachting

Het onderzoek naar de verdronken dorpen in de Noordoostpolder wordt bemoeilijkt doordat de bodem in het gebied ernstig verstoord is, vooral door landbouw- en bouwwerkzaamheden. De bodem op de plekken waar de vier dorpen in de Noordoostpolder vermoedelijk hebben gelegen is nu opgenomen in het archeologische beleid in de Noordoostpolder.

Meer lezen