Onlangs gingen de opgravingen bij het voormalige kampterrein Westerbork nabij Hooghalen van start. Verwacht werd dat er veel voorwerpen uit de jaren ‘ 40 en ‘ 50 gevonden zouden worden. Die verwachting bleek niet ongegrond.

Onder de vondsten zitten veel stukken porselein en voorwerpen als sigarettenpijpjes, haarkammen en brilmonturen. De archeologische opgravingen duurden twee weken en vonden plaats bij de vroegere woning van kampcommandant Albert Konrad Gemmeker en bij een oude vuilstortplaats op het voormalige kampterrein. 

De voormalige woning van commandant Gemmeker is het enige nog bestaande gebouw van het kamp en wordt erkent als rijksmonument. In 2007 kwam de woning in beheer bij Staatsbosbeheer, die het gebouw in 2010 schonk aan de Stichting Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Het is nog onbekend of er persoonlijke spullen van commandant Gemmeker zijn gevonden.

Wel is bekend dat er voorwerpen zijn gevonden uit de periode dat het kamp als repatriëringkamp diende voor Indische Nederlanders (1950-1951). Kort daarna werd het kamp ingericht als woonoord voor gedemobiliseerde KNIL-militairen (Koninklijk Nederlands-Indische leger) van Molukse afkomst. De archeologen kunnen sommige voorwerpen uit deze periode niet thuisbrengen. Daarom roepen zij de hulp in van de huidige Molukse generatie.

De vondsten bij kamp Westerbork zullen later worden tentoongesteld in het Herinneringscentrum Westerbork. Op de website van het centrum is bovendien meer informatie over het voormalige kampterrein en de opgravingen te vinden.

Kamp Westerbork

Westerbork werd tijdens de Duitse bezetting van Nederland gebruikt om meer dan honderdduizend Joden en verzetsstrijders gevangen te houden. Zij zouden vervolgens doorgestuurd worden naar concentratiekampen via station Hooghalen en later via een aangelegde spoorlijn dat het kamp verbond met de spoorlijn tussen Beilen en Assen. Westerbork stond derhalve bekend als doorgangskamp. Albert Konrad Gemmeker diende van oktober 1942 tot april 1945 als kampcommandant.

Bron: NOS