Tienduizend jaar oude nederzettingen in Oosterwold
Bouwers deden tijdens Bodemonderzoek in het Almeerse Oosterwold bijzondere archeologische vondsten. De gevonden nederzettingen dateren uit het 8880-4200 v. Chr. De vindplaatsen worden zo veel mogelijk beschermd in de bodem.
Wie moet de vindplaats behouden?
De jonge stad Almere rust op oude gronden uit de Steentijd. Tijdens graafwerkzaamheden worden er regelmatig sporen uit de Steentijd aangetroffen. De Monumentenwet legt de verantwoordelijkheid van de bescherming van het archeologisch erfgoed bij de initiatiefnemers. Zij moeten de vindplaats behouden. De initiatiefnemers bouwen hun huis of schuur om de vindplaatsen heen. Zo blijven de archeologische vondsten bewaard.
Nederzettingen uit de Steentijd
Ongeveer twaalfduizend jaar geleden was Almere een groot heuvelachtig deltalandschap. De rivier de Eem stroomde door het gebied. Naast de vele scheepswrakken uit de Gouden Eeuw die Almere herbergt zijn er ook nederzettingen uit de Steentijd. De duizenden jaren oude nederzettingen lagen aan de rivieroevers van de Eem. Nu verrijst daar het nieuwe stadsdeel van Almere.
Oosterwold is een gezamenlijke onderneming van Almere en Zeewolde. Het gaat om ruim drieënveertig vierkante kilometer tussen de huidige bebouwde kommen van beide plaatsen.