Fransen staan bekend als liefhebbers van hun eigen geschiedenis, maar een Nationaal Historisch Museum hadden ze nog niet. Daar lijkt nu verandering in te komen. Dankzij president Sarkozy.

Franse presidenten zetten hun bewind graag luister bij met monumentale bouwwerken. President Pompidou liet een groots, naar hem vernoemd centrum voor moderne kunst verrijzen. Giscard d'Estaing toverde het oude treinstation Orsay om tot een prachtig museum, grotendeels gewijd aan het Impressionisme. En Mittérand liet, onder meer, de glazen pyramide bij het Louvre en La Grande Arche bouwen.

Lang leek het er op dat Sarkozy een andere invulling probeerde te geven aan zijn presidentiële luister. Hij gaf zijn volk een stijlicoon als presidentsvrouw, omringde zich met beroemde zangers en acteurs en startte een lobby bij de UNESCO om de Franse keuken uit te laten roepen tot Werelderfgoed. Maar nu het einde van zijn termijn nadert, grijpt hij toch terug op traditie: hij wil een museum laten verrijzen, en wel een Nationaal Historisch Museum, in een vleugel van een paleis in de Parijse wijk Marais, waar nu het Nationaal Archief is gehuisvest.

Frankrijk zou Frankrijk niet zijn als een dergelijk plan niet op verzet zou stuiten. Tegenstanders verwijten Sarkozy dat het museum niet meer is dan een doorzichtige poging om de achterban van de populaire extreem-rechtse politica Marine Le Pen te paaien. In de recentste peilingen staat Le Pen stijf bovenaan, Sarkozy zou, als de verkiezingen nu zouden worden gehouden, niet eens de tweede stemronde halen.

Bron: New York Times