Het onderzoek naar de sarcofagen werd uitvoerig gedocumenteerd
Denis Gliksman, Inrap
Sarcofagen van de Notre-Dame onthullen hun geheimen
Onderzoekers hebben de identiteit weten te achterhalen van de één van de twee occupanten van de eerder dit jaar onder de Notre-Dame gevonden sarcofagen.Het betreft Antoine de la Porte (1627-1710), die in de Notre-Dame de functie van ‘kanunnik’ bekleedde. Dat is een geestelijke die in een kathedraal de dienst uitmaakt. De bewoner van de andere sarcofaag noemden de onderzoekers ‘Le Cavalier’, omdat onderzoek naar zijn heupbotten uitwees dat hij kundig te paard was. Hij moet een jaar of 30 zijn geweest.
De onderzoekers namen monsters van de botten voor hun onderzoek.
© Denis Gliksman, Inrap
Brand
De brand van 2019 heeft een groot deel van de Parijse Notre-Dame verwoest. Nadat president Emmanuel Macron beloofde dat het kerkgebouw heropgebouwd zou worden, werden er haastig voorbereidingen getroffen voor herstelwerkzaamheden. Hierbij stuitte archeologen begin 2022 op de lijkkisten. Het mag geen verrassing heten dat er sarcofagen onder de kathedraal werden gevonden, maar de identiteit van de begravene was een ‘uitzonderlijke en emotionele’ vondst voor de onderzoekers.
De gedenkplaat voor Antoine de la Porte.
© Denis Gliksman, Inrap
Archeologie Online is van de makers van Archeologie Magazine. Meer weten over dit prachtige magazine? JA GRAAG!
Goed gebit
De onderzoekers analyseerden een gedenkplaat op één van de sarcofagen, waarna ze concludeerden dat het om Antoine de la Porte ging. Hij stierf in 1710, op 83-jarige leeftijd en aan zijn overblijfselen is te merken dat hij het goed voor elkaar had. Professor biologische antropologie aan de Université Paul Sabatier Eric Crubézy was de opzichter van het onderzoek naar de sarcofagen: ‘De kanunnik had opvallend goede tanden. Dat is uitzonderlijk, gezien zijn leeftijd. We zien dit zelden, maar het is duidelijk dat hij zijn gebit schoonmaakte en verzorgde.’ De la Porte was rijk aan geld en macht, en opdrachtgever van verschillende schilderijen die nu in het Louvre hangen, waaronder een schilderij van Jean Jouvenet getiteld De mis van kanunnik Antoine de la Porte.
De vindplek in de Notre-Dame.
© Inrap
Slecht gebit
Om onder de Notre-Dame begraven te worden moest je destijds van goede huizen komen, en dat kwam de onbekende ruiter naar verwachting ook. In tegenstelling tot De la Porte, leed ‘Le Cavalier’ volgens de onderzoekers aan een chronische ziekte, waardoor in zijn laatste dagen al zijn tanden het zouden hebben begeven. ‘Het einde van zijn leven is moeilijk geweest’, aldus Crubézy. Ook had hij volgens de onderzoekers vervormingen in zijn schedel, waarschijnlijk het resultaat van het dragen van een hoofdband als baby. Christophe Besnier, de opzichter van de opgravingen door de Franse nationale archeologiedienst Inrap: ‘Als zijn sterfdatum rond de tweede helft van de 16e eeuw was, of begin 17e eeuw, zijn we misschien in staat om hem te identificeren aan de hand van het sterfteregister dat we hebben. Als het vroeger dan dat was, zullen we waarschijnlijk nooit te weten komen wie hij was.’
Dominique Garcia, het hoofd van Inrap benadrukte in een persconferentie: ‘De menselijke resten zijn niet alleen archeologische objecten en worden dan ook het gehele onderzoek met respect behandeld. Het is aan het Ministerie van Cultuur om uit te maken wat er na het onderzoek met de menselijke resten gebeurt.
De onderzoekers identificeren en verzamelen haar- en weefselfragmenten.
© Denis Gliksman, Inrap
Archeologie Online is van de makers van Archeologie Magazine. Meer weten over dit prachtige magazine? JA GRAAG!