Opgraving van de ketel in Noorwegen
NTNU University Museum
Romeinse bronzen ketel opgegraven in Noorwegen
In de zomer van 2019 is door archeologen van het NTNU (Norwegian University of Science and Technology) Universitair Museum een romeinse bronzen ketel opgegraven die de restanten van een persoon uit circa. 150-300 n. Chr. bevatten. Nadat het lichaam was gecremeerd, werden de overblijfselen in een bronzen vat gelegd. Dit werd vervolgens bedekt of gewikkeld in berkenschors voordat het werd begraven onder enkele honderden kilo's steen.
Zeldzame vondst
De vondst was in de regio die tegenwoordig Gylland wordt genoemd. Hier wordt momenteel onderzoek gedaan in verband met de aanleg van een nieuwe snelweg. De ketel uit Gylland behoort tot een type bronzen vat met de naam Østlandskjele, wat "oostelijke ketel" betekent. Dit soort vaten kwamen vanuit de Romeinse provincies van het Rijngebied naar Scandinavië als gevolg van handel of een uitwisseling van geschenken. De vaten werden in massa geproduceerd en waren bedoeld als export naar het Scandinavische gebied. In Scandinavië werden ze vaak als urnen begraven. Hoewel ze in massa werden geproduceerd, is deze kom een zeldzame vondst. De laatste vondst was in 1950 en nationaal zijn er 50 vaten van dit specifieke typen.
Hogere klassen
Geïmporteerde goederen zoals bronzen vaten kwamen veel voor bij de hogere klassen van de samenleving. De ontdekking in Gylland getuigt van de macht en voorspoed in deze regio in de Romeinse tijd. Dit kan worden verklaard door de locatie van de regio, met toegang tot veel belangrijke landbronnen.
De ketel was in behoorlijk slechte staat toen hij werd gevonden. Hoogst waarschijnlijk vanwege de druk van de honderden kilo’s aan stenen, maar ook omdat hij al aardig aangetast was voordat hij in het graf werd geplaatst. Sporen van reparaties zijn op verschillende plaatsen zichtbaar. De bodem van de begraafplaats is nog niet bereikt, daarom kan het zomaar dat er nog meer ontdekkingen komen die nog ouder zijn.