Vuursteenvondsten in Zeewolde, foto van Eneco.
Eneco
Prehistorische vindplaats van jagers-verzamelaars in Zeewolde opgegraven
Het lijkt wel het begin van een avontuurfilm. Vanwege de aanleg van windturbines in Zeewolde werd er bodemonderzoek gedaan. Wat vond men er vervolgens? Juist, een schat: duizenden stuks bewerkt vuursteen uit de Prehistorie die wellicht meer inzichten bieden in het leven van lokale jagers-verzamelaars.
De schatvondst
In opdracht van Eneco heeft Transect eind vorig jaar en begin dit jaar op de betreffende windturbinelocatie in Windpark Zeewolde de archeologische opgraving gedaan, nadat vooronderzoek al uitwees dat er daar op twee meter onder het maaiveld sprake was van een prehistorische (Midden-Steentijd) vindplaats. Een team van 18 archeologen zijn hier zorgvuldig te werk gegaan. Wat vonden ze? Duizenden stukjes bewerkt vuursteen, zoals: pijlpunten die vermoedelijk werden gebruikt om mee te jagen, mesjes (klingen), kernen waar de klingen van af zijn geslagen en andere werktuigen. De uniformiteit van de gevonden pijlpunten, die gebruikt konden worden als messen of als weerhaken voor harpoenen, wijzen allemaal op de aanwezigheid van – jawel, de jagers-verzamelaars.
Stukje Zeewoldse bodemgeschiedenis: jagers en verzamelaars
Gedurende het Mesolithicum schitterde de vindplaats op de rand van een dekzandplateau met uitkijk over het Eemstroomgebied. Toen de mesolithische jagers-verzamelaars de locatie verlieten, groeide er al snel veen voor in de plaats. De uitbreiding van het binnenmeer ‘Almere’ heeft vervolgens een dik kleipakket achtergelaten, wat leidde tot verspoeld veen. Daarbovenop is zich een dun pakket aan kleiafzettingen van de Zuiderzee gaan vormen, een plek vanaf waar de jagers-verzamelaars nauwkeurig de beken en rivierstromen konden overzien die via het hedendaagse Zeewolde en Almere in de richting van de toenmalige open kust stroomden. Met kano’s konden ze zich snel over deze beken en rivierstromen verplaatsen en optimaal genieten van al het moois dat dit voedselrijke gebied te bieden had. Zo werden vissen, edelherten, reeën, bevers, otters en oeros gevangen. Botrestanten van deze dieren zijn helaas niet gevonden, aangezien bot niet lang meegaat in zand. Het eetpatroon werd verrijkt met noten en vruchten, wortels en knollen van knolgewassen. Daar zijn wel sporen van teruggevonden: middels radiokoolstofdatering van gevonden verkoolde hazelnootschillen, kan er nog beter worden bepaald wanneer de vindplaats precies in gebruik was.
Volgende stap
En nu? De opgegraven vondsten analyseren natuurlijk! Het vuursteen wordt onderzocht op gebruiks- en bewerkingssporen, grondmonsters gaan een beter beeld geven van hoe het landschap er in die tijd uitzag en ruimtelijke analyses zorgen voor inzicht in de onderverdeling van de vindplaats. Ondertussen kan Eneco zich zonder verdere zorgen focussen op het behalen van hun doelstelling: ze verwachten de windturbines vanaf halverwege volgend jaar te kunnen gebruiken.
Bron: Eneco.