Peruaanse archeologen hebben de botten van twaalf kinderen en twintig lama’s opgegraven. Ze geloven dat ze 800 jaar geleden geofferd werden bij een ritueel van de Inca’s of de Chimú, een bevolking die uiteindelijk ingelijfd werd bij de Inca’s.

De overblijfselen werden in goede staat gevonden tijdens opgravingen aan de noordelijke kust van het Peruaanse Huanchaquito, ca. 500 km. verwijderd van de hoofdstad Lima. Het was eveneens nabij de eeuwenoude stad Chan Chan, oorspronkelijk hoofdstad en religieus centrum van de Chimú. De stad staat op werelderfgoed lijst van Unesco als bedreigd erfgoed.

Experts geloven dat de kinderen en dieren vermoord werden tijdens een ritueel overeenkomstig met een Inca ceremonie genaamd Capacocha. Deze ceremonie vond steevast plaats voor de komende dood of geboorte van een Inca keizer. Een andere theorie is dat ze geofferd zijn om natuurlijk geweld te bestrijden. De botten zijn namelijk gevonden te midden van klei, wat aangeeft dat ze begraven zijn tijdens een regenachtig seizoen.

“Al deze lichamen lijken van de Chimú periode te zijn, althans, ze zijn geassocieerd met Chan Chan en ze leefden in de tijd van 1.200 tot 1.400 jaar n. Chr.,” aldus Gabriel Prieto, hoofd van de opgravingen. Hij doet ook het idee dat het een begraafplaats zou zijn teniet. De overblijfselen waren namelijk met touwen aaneengeknoopt en er lagen geen begravingoffers of -voorwerpen in de buurt.

Bron:  3news.co