Een 3D analyse van de 80.000-jaar-oude kies
Stefano Benazzi.
Oudste Neanderthaler-DNA van Oost-Europa aangetroffen
Een 80.000-jaar-oude kies van een Neanderthaler biedt nieuw inzicht in het leven en de migratiepatronen van Neanderthalers in Oost-Europa. De kies werd aangetroffen in de Poolse Stajnia-grot. In deze grot zijn al wel vaker Neanderthalerresten gevonden. Het ging dan echter om stenen gereedschap, niet DNA-resten zoals nu. Dit is 8 september 2020 gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature.
100.000 jaar geleden veranderde het klimaat van Oost-Europa plots. De dichtbeboste gebieden maakten vrij abrupt plaats voor open steppes en taiga’s (winterse naaldbossen zoals we die vandaag te dag nog in Scandinavië en Siberië vinden). De klimaatverandering zorgde voor een drastische vermindering van het bevolkingsaantal van de Neanderthalers in het gebied. Ondanks het onherbergzame klimaat lijken een aantal Neanderthalers toch te hebben volhard. In het gebied tussen het oosten van Frankrijk, Polen en de Kaukasus wordt nog altijd stenen gereedschap gevonden, toebehorend aan eenzelfde soort Neanderthalercultuur. Deze cultuur wordt Micoquien genoemd, genoemd naar het Franse plaatsje La Micoque waar de eerste aanwijzingen van deze cultuur gevonden zijn.
Demografische veranderingen
Archeologen vermoeden nu dat er in de geschiedenis van de Neanderthalers op twee momenten grote demografische veranderingen hebben plaatsgevonden. De eerste vond ongeveer 90.000 jaar geleden plaats, toen een gedeelte van de Micoquien naar het oosten migreerde en de Neaderthalervolkeren van het Altaigebergte bij het huidige Mongolië verving. De tweede grote verandering vond ongeveer 45.000 jaar geleden plaats. Toen vervingen Neanderthalers uit West-Europa lokale groepen in de Kaukasusregio (beide groepen gebruikten stenen Micoquien gereedschap). Neanderthalers legden dus gigantische afstanden af in het verloop van de tijd. Waarschijnlijk op zoek naar een woongebied in een gunstiger klimaat, of ze volgden bepaalde diersoorten waar ze op joegen.
Archeologie Online is van de makers van Archeologie Magazine, meer weten over dit prachtige magazine? Klik hier!
DNA-aanwijzingen
De kies, die nu in de Stajnia-grot gevonden is, komt uit een periode tussen de twee belangrijke demografische veranderingen. Hij werd ook nog eens gevonden in een gebied dat centraal ligt tussen de gebieden waar grote migratiegolven hebben plaatsgevonden. De kies biedt dus een interessant inzicht in het aanpassingsvermogen en de biologische samenstelling van de Micoquien-Neanderthalers. “We waren ontzettend verheugd toen onze genetische analyse uitwees dat de kies ten minste 80.000 jaar oud is. Fossielen zo oud als deze zijn erg moeilijk om te vinden en meestal is het DNA niet goed bewaard gebleven,” aldus Wioletta Nowaczewska en Adam Nadachowski, co-auteurs van het paper.
Grote migratie-afstanden
Hoe Neanderthalers al die jaren hebben kunnen overleven in het onherbergzame gebied en hoe de Micoquiencultuur ongeveer 50.000 jaar heeft kunnen voortbestaan in een dergelijk groot gebied, zijn kwesties waar archeologen en paleontologen zich al jaren het hoofd over breken. De vondsten in de Stajnia-grot komen overeen met eerdere vondsten gedaan in Duitsland, de Krim, de Noord-Kaukasus en het Altaigebergte. De kies uit de Stajnia-grot vormt een aanwijzing voor de theorie dat Neanderthalers veel grotere afstanden aflegden dan tot voor kort aangenomen.
Bron: Eurekalert, Nature.