Tabakszaden

Drie van de gevonden tabakszaden

Daron Duke et al. / Nature Human Behaviour.

Oudste bewijs van tabaksgebruik gevonden in Utah

Tijdens opgravingen in een prehistorische nederzetting in de Great Salt Lake Desert in de Amerikaanse staat Utah, zijn deels-verbrande zaden van tabaksplanten gevonden. De zaden in Utah bleken zo’n 12.300 jaar oud te zijn. Bewijs dat men dus 12.300 jaar geleden waarschijnlijk al tabak gebruikte.

Eeuwenoude traditie

Dat het gebruik van tabak op het Amerikaanse continent al een lange geschiedenis heeft, wisten we al. Zo werd het door verschillende indianenstammen gebruikt tijdens rituelen en andere sociale en religieuze aangelegenheden, millennia voordat de eerste Europeanen het continent bereikte. In 2018 ontdekten archeologen nog nicotine in een 3.300 jaar oude pijp in Alabama, tot nu toe het oudste bewijs ooit gevonden voor het gebruiken van tabak. In het algemeen gingen historici ervan uit dat de eerste stammen rond 6.000 v.Chr. begonnen met het gebruiken van tabak. De vondst van verbrande tabakszaden van ca. 12.300 jaar oud was dan ook een “onverwachte verrassing” aldus archeoloog Daron Duke, hoofdauteur van het artikel over het onderzoek dat verscheen in Nature Human Behaviour.


ARCHEOLOGIE ONLINE IS VAN DE MAKERS VAN ARCHEOLOGIE MAGAZINE, MEER WETEN OVER DIT PRACHTIGE MAGAZINE? KLIK HIER!


Prehistorische nederzetting

Duke’s team ontdekte in eerste instantie restanten van een prehistorisch kampvuur en allerlei stenen gereedschap. Het gereedschap bestond grotendeels uit stenen speerpunten, die vooral gebruikt werden voor de jacht op groot wild. In de resten van het kampvuur werden meer dan 2.000 botten en botfragmenten aangetroffen, waarvan de meeste afkomstig zijn van eenden. Veel van deze botten vertoonden snijsporen. Waarschijnlijk werd het kampvuur dus gebruikt om gevangen wild op te koken, iets wat op zich geen grote verrassing is.

Speerpunt

Een speerpunt gevonden bij het kampvuur

Daron Duke.




Tabakszaden

Daarnaast troffen de archeologen echter ook vier deels-verbrande tabakszaden aan in het kampvuur, een veel meer onverwachte vondst. Sterk bewijs voor het gebruik van tabak dus, al kunnen de archeologen niet met zekerheid zeggen op wat voor manier men het gebruikte. In ieder geval wijzen de zaden op de aanwezigheid van, met nicotine gevulde, tabaksbladeren en bloemstengels. Wellicht werden deze bladeren en stengels in ballen opgerold, waar men op kauwde of zoog, waarna de zaden in het vuur werpen uitgespuugd. Al is het ook mogelijk dat de tabak al gerookt werd. Met behulp van een koolstofdatering is de 12.300-jarige leeftijd van de zaden bepaald.

Archeoloog Kelly McGuire

Archeoloog Kelly McGuire tijdens de opgravingen (links) en de restanten van het kampvuur zoals ze aangetroffen werden (rechts)

Daron Duke.




Kritische vragen

Om alvast vooruit te lopen op kritische vragen van collega-wetenschappers, verklaarde het archeologisch team dat de zaden niet in het kampvuur beland zijn doordat ze in de maag van een eend zaten. Eenden eten namelijk geen tabaksplanten. Ook sloten ze uit dat de tabaksplanten werden gebruikt om het vuur mee te stoken. Deze verbranden namelijk te snel om goed mee te kunnen koken. Menselijke consumptie blijft volgens het team daarom de meest waarschijnlijke verklaring.

Met verder onderzoek naar deze prehistorische nederzetting hopen de archeologen meer te weten te komen over de culturele omstandigheden in dit dorp. Hiermee kunnen ze vervolgens ook kijken in hoeverre deze een rol speelden bij het gebruik van tabak en de daaropvolgende domesticering van de tabaksplant.

Bronnen: Live ScienceNature Human Behaviour.


ARCHEOLOGIE ONLINE IS VAN DE MAKERS VAN ARCHEOLOGIE MAGAZINE, MEER WETEN OVER DIT PRACHTIGE MAGAZINE? KLIK HIER!


Meer lezen
Tijdvakken