Een aantal potfragmenten die zijn aangetroffen in een grot in het zuiden van China blijken 20.000 jaar oud te zijn. Dit betekent niet alleen dat het het oudste aardewerk ter wereld is, maar ook dat de mens al ver voor het ontstaan van de landbouw gebruik maakte van potten. Hierdoor zijn er nieuwe theorieën ontstaan over de ontwikkeling van de vroege mens.

Het onderzoek, dat afgelopen vrijdag werd gepubliceerd, is uitgevoerd door een team van Chinese en Amerikaanse wetenschappers. Voorheen werd gedacht dat het gebruik van aardewerk begon in de tijd dat de landbouw ontstond. De conclusies van het onderzoek van het team brengt de opkomst van aardewerk echter terug naar de laatste ijstijd.

“We zijn erg opgewonden over de vondsten. De behaalde resultaten werden mogelijk gemaakt  door onderzoek van generaties van wetenschappers,”aldus Wu Xiaohong, professor van archeologie en museologie aan de Universiteit van Peking. “Nu kunnen we onderzoeken waarom er aardewerk bestond in die tijd, waarvoor het gebruikt werd en welke rol het speelde in het overleven van de mens.”

Nauwkeurige datering

“Een aantal wetenschappers vermoedden al dat het aardewerk 20.000 jaar oud was,” aldus Xiaohong. “Wij dachten echter dat dit onmogelijk was, omdat de aanname was dat er pas vanaf 10.000 jaar geleden aardewerk werd gemaakt.” Maar in 2009 kon het team de ouderdom van de potfragmenten zo precies calculeren, dat de wetenschappers tevreden waren met het resultaat.

“We moesten er zeker van zijn dat de monsters die we testten inderdaad uit dezelfde periode stamden als de scherven zelf,” aldus Xiaohong. “Dat werd mogelijk toen we konden vaststellen dat de grond niet verstoord was. Ook werden er monsters van bot en houtskool van de laag onder de fragmenten en de laag erboven gedateerd. Op deze manier konden we de scherven nauwkeurig dateren, en onze resultaten worden nu erkend door andere wetenschappers.”

Nieuwe focus op onderzoek naar de ontwikkeling van beschaving

De ontdekking dat aardewerk al vele eerder bestond dan de landbouw betekent dat “de focus van het onderzoek moet veranderen,” aldus Gideon Shelach, hoofd van het Louis Frieberg Centrum voor Oost-Aziatische Studies aan de Hebreeuwse Universiteit in Israël, die niet aan het onderzoek meewerkte. “Een andere insteek is noodzakelijk voor een beter begrip voor de socio-economische verandering (25.000 tot 19.000 jaar geleden) en de ontwikkeling die leidde tot het ontstaan van boerengemeenschappen.”

Bron: NY Daily News