Het college van burgemeester en wethouders in Breda hebben de gemeenteraad voorgesteld om akkoord te gaan met een nieuwe erfgoedverordening, die regels bevat voor monumentenzorg en archeologie in Breda. Onder de Monumentenverordening 1994 kan archeologisch erfgoed in Breda namelijk niet op korte termijn beschermd worden.

“We koesteren ons erfgoed als één van de twee speerpunten van ons cultuurbeleid,” aldus cultuurwethouder Wilbert Willems. “Het is van belang dat de bescherming van ons erfgoed ook juridisch goed geregeld is. Tegelijkertijd hebben we geprobeerd om in de nieuwe verordening de regels voor monumenten te vereenvoudigen.”

De erfgoedverordening zal de Monumentenverordening 1994 vervangen. Aanleiding hiervoor zijn de door het rijk ingezette deregulering en verplichtingen die voortvloeien uit die wet. Met de nieuwe verordening, waarbij sprake is van ‘erfgoedverordening’ wegens de toevoeging van een archeologisch deel, kan archeologisch erfgoed in Breda beschermd worden.

Ook zal door deze regeling de huidige vergunningsprocedure eenvoudiger worden. Dit is van belang bij gemeentelijke monumenten. Mochten er namelijk werkzaamheden plaatsvinden waarbij de monumentale status niet in het geding is, dan is er geen vergunning meer nodig. Gebouwen zonder historische waarde hoeven dan niet meer de erfgoedverordening te doorlopen.

Zodra de Bredase gemeenteraad de verordening heeft vastgelegd, treedt die in werking.